‘We kunnen bijna niet wachten, als we uitzien naar Hem.’
Naarmate de tijd verstrijkt, het lijden toeneemt, de moeiten groter
worden, blijft het niettemin zo, dat wij met reikhalzend verlangen uit-
zien naar Hem, die al aan Adam en Eva beloofd was. Het beloofde zaad
dat de slang de kop zou slaan, is Christus. Hij was het, die aan de eerste
mensen beloofd was. Hij blijkt later te zijn: de Geliefde, in Wie wij bij-
zonder begenadigd zijn. Dan gaat het wel om de heerlijkheid van Zijn
genade!
‘We zijn de Eersten, die die rijkdom aan genade ontvangen.’
Ja, ongelooflijk, maar waar. Hij is degene die wij kennen als Christus
Jezus en de Zoon van Zijn liefde. Hij is het Hoofd van de uitgeroepen
gemeente, het lichaam van Christus. In Hem zijn wij bijzonder rijk ge-
zegend. God ziet ons altijd heilig en smetteloos in Hem. Hij is al wie
wij nodig hebben. Geen rituelen nodig, geen filosofie nodig, Christus
is ons complement. Hij is de grote verbinding tussen ons en God!
‘We hebben veel om voor te danken!’
In dagen van verdriet, hebben we toch reden tot dank: over alles
heen zien we op naar Hem, die ons bovenmate liefheeft en nooit
zal loslaten wat Zijn hand begon. Wij zijn Eerstelingen van de nieuwe
schepping, omdat Hij dé Eerstgeborene uit de doden is en daarmee
de Eersteling van de nieuwe schepping. God schept ons in Hem voor
goede werken, werken die Hem verheerlijken en die Hij tevoren ge-
reedmaakt, opdat wij daarin wandelen!