Woord vandaag

‘We hebben een grote toekomst, terwijl we vandaag wellicht lijden.’

Dat is de geweldige tegenstelling tussen nu en straks: nu lijden, straks
heerlijkheid. Dat verandert niet. De heerlijkheid zal, ontegenzeggelijk, gaan
komen. We hebben de beloften zwart op wit in Zijn woord, dat zeer vast is.
Met name de apostel Paulus mocht een helder licht laten schijnen in zijn
bijzondere brieven, die ook verder licht werpen op de rest van de Schrift.

‘We zouden de Hebreeuwse Schrift lezen in het licht van de latere onthul-
lingen?’

Ja, en niet andersom. De heerlijkheid die de schepping wacht blijkt steeds
groter naarmate er verdere onthullingen volgen. Wat in de Hebreeuwse
Schrift nog als een fakkel in de nacht schijnt, is in het licht van de felle mid-
dagzon slechts een klein licht geworden. De Thora schijnt als een fakkel in
de nacht. De overstromende genade en liefde van God die in vooral de brie-
ven van Paulus onthuld worden, vormen de felle middagzon waarin het
licht van de fakkel heel klein is geworden.

‘Ja heel logisch in dat perspectief gezien. We zijn bevoorrecht als we dat
mogen en kunnen verstaan.’

We leven niet onder de Thora, maar onder Gods genade. Dat is de bood-
schap die Paulus uitdraagt. Hij noemt het oude verbond een bediening
van de dood. Dat is zo, omdat de Thora bijvoorbeeld zei, dat degene die
de sabbat schendt gedood moest worden, zoals de man die hout sprok-
kelde op de sabbat. Dat was nu eenmaal verboden en daarom moest hij
sterven. Een type van degene die gaat werken in plaats van de rust (sab-
bat) van het geloof te genieten; daar ga je dood aan. Dát is de diepere
betekenis van dit voorschrift uit de Thora! 

Woord vandaag

‘We zijn volkomen vrij in Christus Jezus, wat betekent dat voor mijn leven?’

Dat houdt in, dat wij vrij zijn van welke religieuze verplichting dan ook. In
de nieuwe schepping heerst geen religie, maar Gods genade! Dát zouden
wij beseffen. Paulus wijst in Galaten 5:1 op dit werkelijk vrij zijn van ons
als gelovigen. Dat is ook niet het maar doen en laten wat je zelf wilt, want
dan volg je je vlees. We leven door de geest van God, tot eer van Hem!

‘Betekent dat vrij zijn dan ook, dat je alleen van Hem bent en geen men-
selijke autoriteit in de gemeente boven je hebt?’

Is wat lastig te zeggen. Christus Jezus is het hoofd van het lichaam, wij
zijn de leden en wij luisteren naar de woorden die dat Hoofd tot ons spreekt.
Hoofd-zijn houdt onder meer autoriteit in. Christus Jezus heeft volle zeggen-
schap over ons leven. Wij zullen in die zin alleen aan Hem rekenschap geven.
Wij werken samen met anderen in de gemeente, daarom zullen we met el-
kaar rekening houden.

‘Elk lid is toch direct met de Heer verbonden?’

Jawel, helemaal waar. We zijn met Hem verbonden, Hij is ons Hoofd ten-
slotte. We horen Zijn stem en laten ons door Hem leiden. Wij hoeven ons
niet te rechtvaardigen tegenover mensen, maar de Heer zal ons te Zijner
tijd alles laten zien. Dan zal eenieder lof ontvangen van God.
Eigenlijk te wonderlijk voor woorden. De verwachting die wij koesteren
is bijzonder groot, het zal al onze verwachtingen vér overtreffen!

Woord vandaag

‘Je leest in de nieuwsberichten over een minister in Israël die uitspreekt
dat men verlangt een Tempel te bouwen in Jeruzalem.’

Dat is een verlangen dat vooral in Israël door het Tempel-instituut wordt
uitgedragen. Men heeft alle instrumenten voor de dienst in de Tempel al
klaarliggen. Zelfs de rode koe (moet echt helemaal rood zijn) is inmiddels
weer present, zodat men de as van die koe weer kan gebruiken voor be-
paalde rituelen die in de Thora beschreven staan. Er staat ook in een vi-
trine buiten een grote Menorah van goud, die in het heilige moet komen.

‘Ja, dat alles is al klaar, alleen het wachten is op een Tempelbouw op de
tempelberg.’

Dat brengt vanzelfsprekend grote politiek-religieuze problemen met zich
mee, als men dat wil realiseren. Maar volgens Paulus zal er een Tempel
komen, in 2 Thessalonicenzen 2 staat, dat de wetteloze zich als een god
in de Tempel van God zal zetten en zich zal laten aanbidden. Daarin past
dat men nu steeds openlijker spreekt van een tempelbouw in Jeruzalem.
Dit moet zo zijn beslag krijgen, alleen weten wij het tijdpad niet. Vader
heeft alles vastgelegd, exact wanneer iets zal plaatsvinden.

‘Ja en Paulus schrijft in Efeziërs 1:11 dat God alles bewerkt in overeenstem-
ming met de raad van Zijn wil.’

Daarom zal een Tempel er komen, wanneer? Dat is door de Vader bepaald.
Misschien gaat het onderdeel vormen van de vredesregeling die er moet
komen, dit proces is al heel wat jaren bezig. Maar er zal een oplossing moe-
ten komen voor het conflict wat daar al zoveel jaar speelt. Het verbond
met velen zal gesloten/bekrachtigd worden als de tijd daar rijp voor is. Wel-
licht duurt het wachten voor ons lang, maar elk jaar zijn we er weer een
dichterbij gekomen en bovendien zal eerst de bazuin van God klinken!

Woord vandaag

‘Bevoorrecht als we zijn; we zijn een groot instrument voor Hem als
lichaam van Christus.’

Wonderlijk hoe Hij ons uitkoos al vóór de nederwerping van de wereld.
In Efeziërs 1:7 staan die geweldige woorden, dat wij “in Hem de vrijko-
ping door Zijn bloed hebben, de vergeving van de krenkingen, in over-
eenstemming met de rijkdom van Zijn genade, die Hij in ons laat over-
vloeien.”
Dit spreekt niet slechts over ons verleden, dat wij de vrijkoping door

Zijn bloed hebben, maar ook van het heden, namelijk dat wij hebben de
vergeving van de krenkingen. Dat waar wij het Vaderhart mee kunnen
treffen, het (als het ware) kunnen verwonden, daarvoor hebben wij de
vergeving! Dat is een stijlfiguur uit de woorden die in het koninkrijkse-
vangelie gebruikt worden, om de hogere, geestelijke waarheden voor ons
uit te drukken.

‘Zo, dat is goed om te weten. Paulus gebruikt dus soms woorden uit het
evangelie van het koninkrijk om iets van de waarheid voor nu te zeggen.’

‘Ja, het woord ‘vergeven’ gebruikt hij ook in Kolossenzen 1:14, waar hij
spreekt van de vergeving van zonden. Daar zegt hij ook, dat wij overgezet
zijn in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Geweldige muziek van
de symfonie die hij door genade doet klinken voor ons.
De woorden ‘koninkrijk’ en ‘vergeving’ geven niet aan, dat ook de gelo-
vigen van nu in het koninkrijksevangelie van Israël staan, maar geven
in beeldspraak aan wat onze geestelijke situatie nu is. Het koninkrijk van
de Zoon van Zijn liefde is niet het aardse koninkrijk zoals beloofd aan
Israël door de profeten, maar het (op-)hemelse ‘koninkrijk’ of gebied
waar wij zullen zijn ná de bazuin van God. Dit blijkt uit het 5 keer ‘te mid-
den van de hemelingen’ in Efeziërs.

‘Hetzelfde woord is binnen het verband waarin Paulus het gebruikt, dus
van een andere betekenis.’

Het woord ‘koninkrijk’ wil uitdrukken, dat er sprake is van regering, maar
dan (bij Paulus) te midden van de hemelingen, boven! Hij spreekt
 in Kolos-
senzen 1:5 van onze (ons) verwachting(sgoed) boven, in
 de hemelen. Het
gaat in Kolossenzen 1:14 om het (voor ons nog) verbor
gen koninkrijk van
de Zoon, boven! Dat zal zich in de nieuwe schepping
verder uitbreiden tot
heel die schepping. We zijn ongelooflijk bevoorrecht!

En de uitdrukking ‘vergeving van de krenkingen’ is nu voor ons iets gewel-
digs: waar wij het Vaderhart nog mee krenken in onze nog onvolkomen
wandel nu, daarvoor hebben wij vergeving! Vader ‘laat het gaan’, het
woord betekent letterlijk: ‘van-af laten’. Dat is gebaseerd op de grote
waarheid uit Romeinen, dat wij gerechtvaardigd zijn door het geloof van
Jezus Christus!

Woord vandaag

‘Bij Paulus is evenwicht in zijn brieven: eerst het onderwijs wat wij moeten
weten, daarna onderricht voor onze wandel.’

Mooi in balans, ja. We zijn bevoorrecht zoveel onderwijs recht uit het hart
van God door Christus Jezus te mogen ontvangen. God is de grote Gever,
de Zoon de ontvanger én het kanaal om de grote waarheden door te geven.
Wij ontvangen ze, en zijn er blij mee. Die vreugde klinkt door –als het goed
is- in ons leven en wij veranderen: van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals
2 Corinthiërs 3 dat beschrijft. Dat het uitdraait op onderschikking? Duidelijk.

‘Ja, het onderricht van God heeft te maken met onderschikkking aan Hem.’

Onderschikking klinkt door in de verhoudingen op aarde: de gelovige rich-
ting de boven hem gestelde gevolmachtigden, de gelovige werknemer ten
opzichte van zijn baas, de gelovige baas ten opzichte van de Heer, de gelo-
vige vrouw naar haar man, de man naar Christus. Zo werkt het in de praktijk
uit. We kunnen dan wel zeggen dat de praktijk weerbarstig is, en dat is ie
ook! Maar dat kan geen excuus zijn om het onderschikken te ontlopen!

‘Het onderwijs van God tot sieraad strekken, is: onderschikken.’

Jawel, we hebben een enorme vrijheid in Christus. We gebruiken die vrij-
heid echter niet als aanleiding voor het vlees, maar we dienen elkaar door
de liefde. Liefhebben is: dienen, nooit heersen. Christus Jezus is hoofd
van het lichaam. Dat drukt een zekere autoriteit uit. Dat is het ook, maar
Hij heeft ons onuitsprekelijk lief. We zijn geweldig bevoorrecht, dat wij
Hem als Heer in ons leven erkennen. Hij heeft ons lief als Zijn eigen lichaam.
Laten we diep drinken uit dit woord en dit diepe besef, dat Hij ons zó
liefheeft!