‘Wij zijn niet onder het nieuwe verbond gekomen?’

In de 2 Corinthiërs 3 spreekt de apostel daarover. Hij noemt het
verbond van de letter, wat duidelijk naar het oude verbond verwijst.
Dat werd in stenen tafels gegrift. In tegenstelling daarmee noemt hij
dat wat in deze tijd geldt. Hij stelt de bediening van het oude, dat ver-
oordeling en dood inhield, tegenover de bediening van de geest van
God. Hij gebruikt één keer de uitdrukking ‘nieuw verbond’ en doet
dat in vers 6.

‘Dat lijkt dan toch het nieuwe verbond te zijn?’

Zoals altijd is het scherp lezen geblazen bij Paulus. Plaats en inhoud
van de beide brieven aan de Corinthiërs moet duidelijk zijn. Ze horen
thuis in de groep Romeinen-Korintiërs-Galaten. In deze groep is de
brief aan de Romeinen de brief waarin Paulus onderricht geeft over
het evangelie van God, zoals hij dat mocht brengen. 1 en 2 Corinthiërs
willen de afwijkingen in het gedrag, de wandel corrigeren. En de brief
aan de Galaten geeft ook correctie: over het genade-karakter van het
evangelie.

‘Ja, duidelijk, zo wordt het door veel uitleggers gezien.’

Wanneer hij duidelijk moest maken dat ook het lichaam van Christus
onder het nieuwe verbond van Israël valt, dan had dat in Romeinen
geklonken. Maar juist in die grote brief met onderricht spreekt hij er
totaal niet over. En in 2 Corinthiërs 3:6 zegt hij alleen dit:

Hij heeft ons bekwaam gemaakt tot dienaren van een nieuw verbond
niet van de letter, maar van de geest; want de letter doodt, maar de
geest maakt levend

Juist richting de gelovigen uit de Joden die in die gemeente zaten, en
naar de kritische leden die hem erg vergeleken met de apostelen (en
hun boodschap) van de besnijdenis, spreekt Paulus op deze manier.
Morgen meer hierover!