‘We kunnen er zelf niets verdienen in het evangelie van de verlaten apostel.’
Het is de overstromende rijkdom van Gods genade, die voortkomt uit Zijn heer-
lijkheid en Zijn liefde, die ons overkomt. We hebben er zelf niet om gevraagd.
Hij had ons al heel lang geleden, vóór de eonen, op het oog. De roeping gebeur-
de in de tijd. Hij rechtvaardigt ons door het geloof van Christus. Hij schenkt ons
Zijn naderingsgave: Christus. Het gaat alles van God uit. Paulus bidt voor de ge-
roepen heiligen, dat zij uitermate sterk zullen zijn om de dimensies van de lief-
de van de Christus te beseffen.
‘Het gaat in wezen niet om de dimensies, maar om de liefde van de Vader en
de Zoon.’
Ja het draait om de diepe liefde van de Vader, die we ook zien in de weergalo-
ze liefde van de Christus. Geen ander heeft zo de liefde van de Vader laten
zien en laat die zien. Dat is wat de apostel Paulus noemt:
de kennis overstijgende liefde van de Christus (Efeziërs 3:19).
Het gaat erom, dat de heiligen (wij, u, jij en ik dus) deze liefde kennen. Dat
‘kennen’ is dan niet een stukje opgeslagen kennis zoals veel anders wat je
weet. Het is een helemaal doordrongen zijn van die liefde. Ongelooflijk veel
is dat. Deze liefde bepaalt de afmetingen, de dimensies van het geheimenis
waar het lichaam van Christus bij betrokken is.
‘Wat ongelooflijk, als je daar al iets van gaat beseffen, word je heel erg dank-
baar van binnen.’
Daarom wil je niets anders meer, als je dit eenmaal met je hart hebt kunnen
verstaan en het je wezen gaat doordringen. Dan besef je, dat dit boven al het
andere uitgaat. Dan besef je, dat dit de top is. Hij, Christus Jezus, staat aan
de top van de nieuwe schepping. En nu komt het duizelingwekkende: wij met
Hem! In Efeziërs 1:10 werd al gezegd, dat Hij als Hoofd boven alles uit zal zijn.
De rest van de brief maakt duidelijk, dat Zijn lichaam daar dus ook is, uiteinde-
lijk. Wie had ooit zoiets ook maar in de verste verte kunnen vermoeden? Dit
is de allesoverstijgende rijkdom van de heerlijkheid van Zijn genade voor ons!