20 januari 2016
‘Wat een Vader mogen wij kennen.’

Straks, in de aanloop naar het aardse koninkrijk, zal Israëls gebed
ook zijn:

‘Onze Vader, die in de hemelen bent, Uw Naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome’

De gelovigen uit het volk zullen dit bidden. Zij mogen Hem dan
ook leren kennen als Vader. Dat was ook in Jesaja 64:8 hoorbaar.
De profeet profeteerde en geeft aan wat het volk zal zeggen:

Maar nu, IEUE, U bent onze Vader!
Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker,
Wij zijn allen het werk van Uw handen.’

‘Wij erkennen dat ook.’

Ja, in vers 9 van Jesaja 64 staat, dat zij belijden Zijn volk te zijn.
Wij, als leden van het lichaam van Christus, horen niet bij het
volk Israël. In de loop van de tijd worden wel sommigen geroe-
pen uit dat volk, tot het lichaam van Christus. Dat zal regeren
op aarde, en wij hebben een speciale bediening voor de hemel-
se regionen. Ook wij kennen die bijzondere waarheid:

Want Zijn maaksel zijn wij die geschapen worden in Christus
Jezus voor goede werken die God tevoren gereedmaakt, opdat
wij daarin zullen wandelen
.’

‘Wacht even, dit is ook de Pottenbakker!’

Ja, hier komt in feite ook datzelfde beeld van God, de Vader,
naar voren. Hij is de grote Pottenbakker en wij zijn Zijn maak-
sel. Wij worden geschapen in Christus Jezus voor goede wer-
ken. Nieuwe scheppingen in Hem. Van een andere orde dan
Israël in de (nabije) toekomst zal zijn. Zo bepaalt Vader dat.
Daar kunnen wij Hem van harte voor danken.