Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Ja, de genadeboodschap uit de Galatenbrief is hard nodig voor veel chris-
tenen en gelovigen.’

Nou en of. Te gaan beseffen wat genade van God in de diepste zin betekent,
daar is jaren voor nodig. Het leert je af te zien van jezelf en op te kijken naar
Hem, die je onuitsprekelijk liefheeft. En je doet leven in genade. Dat is het
heerlijke, milde klimaat waarin je als gelovige leeft.
Anderen schuiven de wettische wolken voor die zon van genade, waarvan
Romeinen 5:20,21 zo duidelijk getuigt:

de wet echter kwam er nog bij opdat de krenking zou toenemen;
waar echter de zonde toeneemt, stroomt de genade over,
opdat, evenals de zonde regeert in de dood, zo ook de genade zou regeren
door gerechtigheid tot in eonisch leven, door Jezus Christus, onze Heer

‘Ja mooi. Het is een heel bijzonder en blij makend evangelie.’

We zien in een paar verzen het hele evangelie staan. Het goede nieuws is,
dat Jezus Christus stierf als de laatste Adam en zo als de grote Losser heel
de mensheid vrijkocht en daarmee verloste. Hij werd zelf door Vader ver-
lost uit Zijn lijden en sterven en uit de dood. Vader wekte Hem op! En dat
maakte alles anders. Sindsdien hoeven wij als mensen niet langer zelf te
‘betalen’ door allerlei rituelen en het houden van geboden en verboden.
Nee, er ís overeenkomstig losgeld betaald! Christus Jezus zelf is degene,
die als enige Middelaar tussen God en mensen heel die mensheid verlost
heeft!

‘En daarom stroomt de genade over?’

Dit is wezenlijk voor ons dagelijks leven als gelovigen. God is liefde en Hij
rekent ons onze krenkingen en zonden niet toe. De verzen uit Romeinen 5
(zie boven) zeggen dat ook! Dit is niet goedkoop, maar het heeft Zijn eigen
Zoon het leven gekost. En als gevolg zijn de gelovigen zich bewust dat ook
zij verlost zijn, zij zijn in Christus, dus in de Verlosser die zelf door Vader
verlost is! Daarom leven zij in genade. Het is de wereld op zijn kop als zij
weer in en onder de wet gaan leven. Wat een blijde boodschap! Genade
regeert vandáág. Wij heffen ons hoofd op en verheugen ons in Hem!  

‘Zeg, ik ben erg blij met die studies van de Galatenbrief. Genade!’

Dat is de kern van het evangelie dat Paulus bracht. Geen andere apostel
brengt de boodschap van de zuivere, pure genade van God. Daarin staat
niet de mens, maar God en Zijn Zoon centraal. Volgen van dat woord van
genade brengt rijke zegen voor de gelovige. Het brengt je innerlijke blijd-
schap die niet meer weggaat als je dat evangelie blijft volgen. Zodra je wet-
tisch gaat leven, verdwijnt de vreugde uit je hart.

‘Daarom is de Galatenbrief erg belangrijk. Om te blijven bij de genade.’

Mooie en vooral duidelijke brief. Paulus is wel fel als het om de genade
van God gaat. Het woord van genade klinkt gelukkig op diverse plaatsen in
de wereld en het is bijzonder, dat steeds meer mensen oog krijgen voor de
boodschap, dat God Redder van alle mensen is. Veel mensen, ook zij die
ooit fris en vrij onder de genade van God leefden, willen liever onder de
wet (Thora van Mozes) leven.

‘Dat was bij de Galaten ook aan de hand. Zij trokken bij de genade weg.’

Goed om dan te bedenken wat je eigenlijk zegt als je de genade afwijst en
zelf de wet wil gaan houden. Je hebt ten diepste het kruis niet nodig, want
je geeft aan het zelf wel te kunnen. In Galaten 5 staat, dat Christus de gelo-
vige geen nut zal doen als zij zich zouden besnijden. En verder, dat je buiten
de werking van Christus bent (….) als je in wet gerechtvaardigd wil worden.
Je valt dan uit de genade. Hoe? Door weer te proberen de wet te houden.
Je wordt teruggeworpen op jezelf, jij moet het doen. Terwijl onder de ge-
nade je erkent, dat niet jij, maar alleen Hij het kan doen in je leven!

‘Vader zal dus doen boven bidden en denken. Geweldig wat daar in Filip-
penzen staat.’

Geen enkele andere apostel zegt zoiets. Geen enkel woord van de aposte-
len van de besnijdenis komt ook maar hierbij in de buurt. Dat is nu een-
maal zo. Paulus schrijft de diepste waarheden over Gods plan. Hij kon het
geheel overzien en bekendmaken. De hoogste waarheden van Gods grote
reddingsplan voor de hele wereld staan in de brieven van hij, die voor het
lichaam van Christus schrijft. Hij heeft Gods plan van eonen bekendgemaakt.
In Efeziërs 3, dat we net zo’n beetje afgerond hebben.

‘Nou, ik ben diep onder de indruk van wat Paulus schrijft.’

Zeker als je iets gaat beseffen van Zijn unieke plan en wat de plaats van de
gemeente, het lichaam van Christus, daarin is. De hoogste plaats met Hem
samen, onder  God, de Vader. Wij zijn de zonen die aan de schepping ont-
huld zullen worden en waar de schepping nu dus op wacht. Onvoorstel-
baar moet dat zijn, als dat gaat gebeuren. We hebben een grote toekomst
en het zou geweldig zijn als we als gelovigen gericht naar die toekomst toe
leven.

‘Groots, die plannen van Vader met Zijn volk en met ons.’

We hebben overstromende genade ontvangen. Zoveel, dat we het in feite
niet kunnen bevatten. De oude schepping, we zijn er geestelijk gezien voor-
bij. Wij zijn in Christus een nieuwe schepping. Wat een heerlijkheid! Chris-
tus Jezus is de eersteling van de nieuwe schepping. En omdat wij in Hem zijn,
zijn ook wij eerstelingen van de nieuwe schepping. Wij zijn de eersten van
de nieuwe mensheid. Daarvan is het Hoofd: Christus Jezus. Wij erkennen
Hem nu al als ons Hoofd, die het voor het zeggen heeft in ons leven!

‘He ik heb nagedacht over dat Hij een ontoegankelijk licht bewoont.
Zullen wij daar ook zijn?’

In feite zijn wij met Hem daar nu al geplaatst. Wij zijn volgens Efeziërs
met Hem gezet aan Gods rechter(hand). Dat is de plaats van macht. On-
gelooflijk eigenlijk, het is de bestemming van het lichaam van Christus.
Dat Hij nu daar woont, in dat ontoegankelijk licht, betekent dat wij daar
geestelijk gezien nu al gezet zijn. Dat staat niet letterlijk in 1 Timotheüs
6, maar blijkt uit Efeziërs 1-3. En later zullen wij net als de Heer zijn!

‘Dan zullen wij net zo’n licht uitstralen als Hij zelf nu uitstraalt?’

Dat is in feite wat je kunt zeggen. Het licht waar Saulus 3 dagen blind
van was, dat licht zullen ook wij uitstralen. Christus is nu de afstraling
van Gods heerlijkheid (Hebreeën 1:1-3), de afdruk van Zijn wezen. Dat
zullen wij ook uitstralen, Gods heerlijkheid! Dat is de toekomst van ons
als de leden van Christus’ lichaam. Overmaat van genade! Laten wij
God danken voor die heerlijkheid, nu al en voor wat Hij gaat geven in
de nabije toekomst.

‘Het staat eigenlijk ook in Filippenzen 3:20,21?’

Ja, daar staat ook iets bijzonders. Hij, onze Heer Jezus Christus, zal ons
vernederd lichaam omzetten, gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam.
Dat laatste: gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam, houdt onder meer
in dat ook wij onsterfelijkheid hebben ontvangen. Dat zegt 1 Corinthiërs
15. Bij onze verandering, als de laatste bazuinstoot klinkt, zullen wij on-
sterfelijkheid ontvangen. Als wij bij Hem zijn, boven, dan zal ons lichaam
net zo’n heerlijkheid hebben als dat van Hem! Wat een genade!   

‘Mooi type van de Heer, die David, waar het zondag over ging!’

David was zich bewust van wie God is. Hij kende Hem als zijn Schepper
en Redder, hoewel hij niets heeft kunnen weten van het kruis en de ge-
volgen daarvan. Maar Hij kende Ieue (Jahweh) wel als degene, die hem
vasthield en bij Wie hij terecht kon in moeilijke situaties. Hij kwam best
regelmatig in grote problemen, ook door zijn eigen familie. God heeft
hem nooit laten vallen. David wist in geloof dat hij het bij Ieue moest
zoeken, die liet hem niet los!

‘En zo leefde de Heer ook?’

Ja, ook de Heer was een gelovige. We lezen bij Paulus over het geloof
van Jezus, het geloof van Christus, het geloof van Jezus Christus. Dat is
de grond van onze rechtvaardiging. De Heer zag op tegen het kruis en
alles wat dat voor Hem zou betekenen. Maar Hij keek in geloof naar
wat ging komen. Hij wist zeker dat Vader Hem zou opwekken uit de
dood en tussen de doden uit. Op de derde dag en Vader deed dat ook.

‘Getuigde David profetisch van de opstanding van Christus?’

Zeker weten. In Psalm 16 in elk geval, want dat paste Petrus door de
heilige geest gedreven toe op de Opgestane. God maakte Hem het pad
van het leven bekend. Vanaf dat moment was het voor de Zoon:

volheid van vreugde is voor Uw aangezicht                      
welbehagen in Uw rechterhand, voortdurend                      (Psalm 16:10)

Een heel bijzonder woord over de opstanding en levendmaking van
Hem, die in het graf geen verderf zag. De opstandingen van het doch-
tertje van Jaïrus, de jongeling van Naïn en Lazarus waren slechts typen
van de ware opstanding: die van Jezus Christus. Hij is de enige die nu
onsterfelijkheid heeft en bewoont een ontoegankelijk licht!