‘Nu de vijfde vindplaats, Efeziërs 6:12.’
Daar gaat het over de strategieën van de tegenwerker, want het
is voor ons geen worsteling met bloed en vlees, maar standhou-
den tegen de gevolmachtigden, tegen de wereldmachten van
deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid
Uit het woord geestelijke blijkt, dat het niet om mensen gaat,
daarbij zegt de tekst, dat wij geen worsteling met bloed en vlees
hebben. Evenmin worstelen wij met geestelijke machten, het
gaat om staan, standhouden tegen deze geestelijke machten.
‘Nu is wel duidelijk, dat het om een geestelijke strijd gaat.’
Het betreft dat wat wij niet kunnen zien. Die willen ons graag
beïnvloeden, sterker nog, zij bestrijden, ons domein in de
hemelen is. Want zij zijn daar. De hemelse machten en krachten
zijn niet zo ver weg als wij denken. Zij willen de mensheid beïn-
vloeden en van de enig ware God -die van de Schriften- en van
onze Heer Jezus Christus, afhouden.
‘We hebben de teksten bekeken.’
Daarbij bewust het te midden van de hemelingen weggelaten.
Je kunt deze teksten zonder dit zinsdeel behandelen. En blijkt, dat
je een belangrijk punt in deze brief weglaat. Wanneer je nog eens
de dagstukjes doorleest vanaf 1 juni, en het er wel bij leest, wat valt
je dan op? Wat is het gevolg? Daar kijken we morgen naar.