Woord vandaag

‘Dat alles uit God is, daar hebben veel mensen moeite mee.’

Het al komt uit Hem voort. Alles is uit Hem, en door Hem en tot Hem. Wan-
neer we de gevolgen daarvan doordenken, kom je tot de slotsom dat God alles
te allen tijde in Zijn hand heeft. Het kan ook niet anders. Zou één detail Hem
ontgaan of zelfstandig ‘ontsnappen’, dan zou Hij niet de voleinding van Zijn
plan kunnen bereiken.

‘Dan moet Hij alles, tot het kleinste toe, leiden.’

In Efeziërs 1:11 staat dan ook, dat God alles bewerkt in overeenstemming met
de raad van Zijn wil. In overeenstemming met Zijn voornemen wordt het li-
chaam van Christus –u, jij en ik- geroepen. De kortste samenvatting van Gods
plan staat in Romeinen 11:36. Het al (of : ‘alle dingen’) is uit en door en tot
Hem. Alles is uit Hem, dus de scheppingen zijn uit God. Niet alleen deze, maar
ook de nieuwe.

‘Het is wel geweldig hoor. God is zo groot.’

Wij zijn uit Hem, niet alleen de hele Adam-mensheid, maar ook de nieuwe
mensheid in Christus. Wij zijn zelfs Zijn maaksel, die in Christus Jezus gescha-
pen worden tot goede werken, die Hij tevoren bereid heeft. Het is volledig
uit Hem en dus Zijn initiatief. Wij zijn de dankbare ‘voorwerpen’ van Zijn
liefde. Wij mogen meewerken in Zijn grootse plan van eonen. In de nabije
toekomst zullen wij meer van Hem horen!

Woord vandaag

‘Wat een groot God, die zo werkt, dat het alles samenvalt tot het goede.’

Daarom komt hij met die lofzang, een soort Psalm, in Romeinen 11:32-36.
Net als David, prijst hij God, dat Hij alles omvat en in Zijn hand heeft. En nog
specialer en dieper dan David schreef. Antwoord op hoe het is gegaan met
Israël en de volkeren in de afgelopen 2000 jaar. De weerspannigheid en kop-
pig
heid van Israël en van de volkeren blijkt Gods barmhartigheid op te roepen.

‘De diepte van wijsheid en kennis van God. Je raakt er niet op uitgekeken.’

Je draagt rijkdom, de schat in je aarden vat, met je mee. En hij roept uit, dat
in het heelal (het universum) niemand God een advies gaf of kon geven.
Niemand kon Gods raadsman zijn (geweest). Hij deed het zo, vanuit Zijn on-
eindige liefde en genade. Daarom heeft niet de weerspannigheid van Zijn
schepselen, maar Zijn liefde het laatste woord! En dat blijkt uit het feit, dat
Hij barmhartig zal blijken te zijn, voor wie? Allen!

‘We hebben een machtig evangelie, ook in Romeinen 9-11!’

Alles past in Zijn plan. Het is groots. Wij, u, jij en ik passen daarin. Wij vallen
binnen Zijn liefde. De Psalm van Paulus in Romeinen 8:31-39 is er een, die we
koesteren en herlezen, ervoor danken en opnieuw danken, steeds weer.
Niemand kan zeggen, dat hij/zij Hem eerst iets gaf waarop Hij iets terug moest
doen. Nee, Hij geeft alles –Zijn eigen Zoon- en Zijn hart gaat naar ons uit. We
kunnen nooit buiten Zijn liefde vallen!

Woord vandaag

‘Heerlijk, dat wij zo in Christus Jezus geborgen zijn.’

Ja, dat is onze identiteit als gelovigen: wij zijn in Christus Jezus.
Romeinen 8:1 stelt, dat er dan nu geen veroordeling is voor hen die in Christus
Jezus zijn, niet naar het vlees wandelen zij, maar naar de geest. Later zegt de
apostel in dit machtige hoofdstuk, dat niets ons kan scheiden van de liefde van
God, die in Christus Jezus is. Dan ben je helemaal omsloten door de liefde van
de Vader, die je riep in overeenstemming met Zijn voornemen.

‘Machtig. Wat een geweldig evangelie!’

Dat is wat wij nodig hebben, steeds dat weer te horen, opdat ons geloof op-
gebouwd wordt en wij steeds dieper beseffen wat dat betekent. We kunnen
misschien voor ons gevoel het weleens kwijt zijn, of even vergeten zijn, maar
Hij vergeet dat niet! Wij weten nu, dat God alles samenwerkt tot het goede, voor
hen die God liefhebben, die naar Zijn voornemen geroepenen zijn.

‘Dat is ook zo’n bijzondere uitspraak uit Romeinen 8.’

Daar kun je op bouwen hoor. Zo is het en niet anders. Wanneer dat besef tot
ons doordringt begint God er niet mee. Welnee. Hij was in het verleden al bezig
alles samen te doen werken tot wat Hij goed vindt! Er staat: God werkt alles samen
en dat gaat dus boven ons uit. Wij kunnen allerlei plannen maken en dingen tevo-

ren willen bepalen, maar God is het, die het vaak zo anders leidt in ons leven. En
dat zal uiteindelijk tot Zijn eer zijn, en blijken te zijn: uit Zijn liefde

Woord vandaag

‘Die barmhartigheid van God he, ik raak daar maar niet op uitgekeken.’

Het wonderlijke is, dat de weerspannigheid en koppigheid van de mensen en
hemelingen Hem niet kan stoppen. God ís liefde en dat is Bron van al Zijn hande-
len. Hij kan het er niet bij laten zitten, dat Zijn schepselen weerspannig zijn. Het
gericht of de gerichten die Hij inzet, zijn nooit eeuwig, maar altijd tijdelijk en
tot correctie. Vader beoogt het herstel van Zijn schepselen.

‘De weerspannigheid kan Zijn gerichten niet weerstaan?’

Wanneer God ingrijpt door gerichten en genade, leidt dat altijd tot uiteindelijk
herstel van degenen die Hij liefheeft. En later zal blijken, dat niemand buiten
Zijn liefde kan vallen. Net zoals de herder het 100e schaap opzoekt om de kudde
compleet te maken, zo zoekt Vader degenen op die onderweg verloren waren.
Daarom kwam de Zoon van Adam, Jezus Christus, om te zoeken én te redden
wat verloren was. Als Hij als erfgenaam van de troon van Adam het verlorene
zoekt, dan is dat heel de mensheid.

‘Hij is het Hoofd van de familie en verlost de hele familie?’

Daarom was het onderricht over de goël, de losser, opgenomen in de Thora.
Dat verwijst profetisch en typologisch naar de grote Verlosser en Goël: de
Heer Christus Jezus, die op aarde kwam met een missie. En die zal slagen ook!
Hij zal uiteindelijk alle tranen van de ogen wissen. Eens zal het verdriet dat
er is omgezet worden in blijdschap wanneer de tweede dood buiten werking
gesteld is en allen in Christus levendgemaakt blijken te zijn!

Woord vandaag

‘De wegen die God gaat, zijn soms moeilijk te volgen.’

Als het gaat om het samengaan van de wijsheid en de kennis van God, dan
roept hij uit: hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn gerichten!
Wanneer we het tekstverband van Romeinen nemen, dan zien we hoe God in het
gericht komt met Zijn volk Israël. Het volk wordt met blindheid geslagen. En dat
roept allerlei vragen op. Het is God, die een geest van verdoving over het volk
heeft gebracht. Als gevolg van hun verwerping van Hem zelf, van de Messias die
Hij stuurde en van de heilige geest.

‘Hij zette het volk op een zijspoor, tijdelijk, als het gaat om lichtdrager zijn?’

Ja. Het licht ging naar de andere volkeren. Het woord van God inclusief de Griek-
se Schrift werd onder de natiën bewaard en de christelijke volkeren droegen het
licht van het woord van God onder zich. Maar zij raakten in de afgelopen 200 jaar
sinds de verlichting in duisternis. Zij zagen het woord van God niet langer als het
woord van God, maar gingen het opvatten als een woord van mensen over God.

‘Daarom zijn zij nu in duisternis gekomen?’

Zeker. Het christendom raakte onderweg steeds meer licht kwijt. Allerlei le-
ringen van mensen en demonen werden belangrijker dan het woord van God
zelf. Daarom trad God ook in het gericht met de natiën, in zekere zin, en ver-
dwijnt de lichtdrager functie bij hen om straks terug te gaan naar Israël. Dit wordt
door de apostel uitgebeeld in de beeldspraak van de olijfboom. De weerspannig-
heid van Israël bracht ongelooflijke zegen naar de natiën. Nu de natiën op hun
beurt ook weerspannig blijken, zal God uiteindelijk over allen barmhartig zijn!