Woord vandaag

Brief van voorganger aan zijn gemeente, deel 2:

‘Wij zeiden, dat het onze missie was om verloren zielen te redden van
de hel door hen ‘een beslissing voor Christus’ te laten maken en zo een
van ons te worden. Meer oprecht: wij waren meestal gericht op groei
van de gemeente, om die in aantal te laten toenemen. Door middel van
preken en allerlei programma’s, legde ik een steeds zwaardere druk op
jullie om meer je best te doen. Ik spoorde jullie aan om een ‘diepere
toewijding’ aan God en de gemeente te tonen. Ik riep jullie op om ’trouw’
te zijn en meer geld te geven.
Ik leerde jullie, dat als jullie God wilden behagen, jullie er naar moesten
jagen een beter lid van de gemeente te zijn. Op duizend verschillende
manieren liet ik jullie denken dat jullie nog steeds te kort kwamen in
Gods ogen.

Nee, ik deed er niet vervelend over. Ik deed dat gewoonlijk met een glimlach.
Ik bedacht allerlei onderhoudende manieren om het te zeggen. Niettemin
sprak ik namens God en ik maakte duidelijk, dat ik meer van jullie verwacht-
te -God ook. Het maakte niet uit, hoe erg je je inspande; ik moest je gemoti-
veerd en gericht op de gemeente houden. Ik moest ervoor zorgen, dat je je
plek op zondag innam en dat je iemand anders meenam om een lege plek te
vullen. De gemeente (en ik) moest(en) rekeningen betalen.’

Woord vandaag

De komende dagen is deze rubriek gewijd aan een open brief van een
voorganger, die de hel predikte, aan zijn voormalige gemeente.
Het is een vertaling uit het Engels, in vier delen, vandaag deel 1.

‘Geliefden,

Het spijt me zo. Ik hoor de pijn in jullie harten wanneer jullie in tranen
toegeven, dat jullie maar moeilijk kunnen geloven dat God jullie lief kon
hebben. Ik besef nu dat ik daar goeddeels de verantwoordelijkheid voor
draag. Door sommige dingen die ik deed en leerde heb ik jullie beschadigd
en tegelijk bewees ik het evangelie van Jezus Christus er beslist geen dienst
mee.

In het begin wist ik niet beter. Ik leerde jullie wat ik geleerd had op de
opleiding. Het was het soort christendom waarvan ik het product was en
dat al zo lang overheerste. Het was een instituut dat al zo lang op klerikale
wijze (door de geestelijkheid, van boven af) geleid werd en wordt.
Deze vorm, die er al lang is, is niet wat Jezus bedoeld heeft voor zijn volgelingen.
Het is waar dat ik niet zelf kritisch onderzoek heb gedaan. Maar wie was ik
eigenlijk, dat ik kritisch zou kijken naar wat mijn leraren als de juiste manier
van geloven en doen voor de gemeente hadden doorgegeven?

Toen de ervaringen van het leven en persoonlijke bijbelstudie aantoonden
dat er dingen niet klopten, begon het fundament van mijn rigide leerstellingen
scheurtjes te vertonen. Het werd mij duidelijk, dat er méér in de kennis van God
verborgen lag dan ik wist.

Maar ik week heel weinig af van de traditie waarin ik was onderwezen en ging
door met het onderwijzen van dingen waarvan ik niet langer overtuigd was.
Een goede positie, én mijn rijzende ster aan het firmament van mijn geloofs-
richting waren voor mij té belangrijk.’

Woord vandaag

‘Het was gisteren wel een beetje zware kost hoor. En ik lees altijd ’s morgens
vroeg, dus ik was gelijk goed wakker.’

Haha, ja deze dingen hoor je weinig, helaas, en daarom is de verwarring ook
zo groot. Pas als je consequent de lijnen die de Schrift zelf aangeeft, volgt, kom
je verder. Er zijn nu eenmaal verschillen die je niet kunt wegredeneren.
Dat laatste gebeurt helaas maar al te vaak. God gebruikt verschillende woorden
om verschillende waarheden uit te drukken.

‘Geef eens wat voorbeelden dan?’

Waar we het wel vaker over gehad hebben, zijn de verschillen tussen begrippen
als ‘vergeving van zonden’, ‘rechtvaardiging’, ‘verzoening’ en dergelijke.
Bij Paulus worden die allemaal nauwkeurig uit elkaar gehouden. Door de diverse
niet concordante vertalingen worden ze door elkaar gehusseld en raak je al bij
het bijbellezen zelf in verwarring, omdat niet consequent wordt weergegeven
welk woord in het Hebreeuws of Grieks gebruikt werd.

‘Mmm ja daar heb je wel een punt, lijkt mij. Mensen geven toch snel de voor-
keur aan vertalingen met ‘gewone mensentaal’ zoals de NBV. Daar is al heel wat
kritiek op gekomen. Teveel uitleg in de vertaling en zo.’

Ja, nog niet zo lang geleden heb ik daarvan wat laten zien, Romeinen 1:16,17
was een sterk voorbeeld hoe men in een kernvers van het evangelie de zaak
verlegd heeft. Zo ernstig ligt dat toch wel.

Veel beter is de Herziene Statenvertaling, die eraan zit te komen. Daar is het
woord voor woord vertaalprincipe van de Statenvertaling niet losgelaten.
En op internet zijn prachtige hulpmiddelen beschikbaar als je Engels kunt
lezen; het ISA (zie de link rechts op deze internetpagina!) bijbelprogramma
blijft een geweldig goed hulpmiddel bij je studie. Warm aanbevolen!

Woord vandaag

‘Nog een vraag naar aanleiding van wat je 23 mei zei. Het viel
bijna niet op, maar je had het over de gelovigen uit Israël, die Paulus
gevolgd waren. Wat bedoelde je precies daarmee?’

Dat is lastig om zo 1-2-3 uit te leggen. Lees daarvoor de artikelen die
in de laatste twee eh-magazines verschenen zijn met als titel:
‘Wie ontvangen het geheimenis?’ van broeder A.E. Knoch, de
ontdekker van de concordante methode van vertalen.
Deze artikelen zijn ook digitaal beschikbaar op de site van gemeente
Eben Haëzer. Klik
hier voor deel 1 en hier voor deel 2.

‘Oke, dat is wel wat lees- en studiewerk!’

Zeker, maar deze dingen komen je nu eenmaal niet aanwaaien. Het
kan best zijn dat na lezing van deze artikelen vragen zijn. Stel ze!

Voor nu even opgemerkt: het evangelie van de besnijdenis en dat van
de voorhuid (onbesnedenen) zijn twee verschillende evangeliën.
Dat wijst een nauwkeurige lezing van Galaten 2:7-9 uit. Petrus bracht
met de andere apostelen het evangelie van het koninkrijk, van bekering,
berouw, vergeving van zonden. Paulus bracht het evangelie van genade,
rechtvaardiging om niet door geloof, verzoening door de dood van de Zoon.

Dat zijn  twee echt verschillende lijnen, die je niet kunt vermengen.
De gelovigen uit de besnijdenis die op de pinksterdag geloofden en zich
lieten dopen in water, stonden in de lijn van het aardse koninkrijk.
De gelovigen die door de bediening van Paulus werden geroepen, staan
in de lijn van het hemelse koninkrijk dat niet op aarde komt; zij hebben
een blijvende woonplaats te midden van de hemelingen!

De gelovigen, die uit de lijn van Petrus later Paulus gingen volgen, ver-
wisselden een aardse verwachting voor een hemelse! Daarnaast waren
er mensen uit Israël die Paulus hoorden zonder eerst Petrus te hebben
gevolgd. Zij gingen direct over uit het (traditionele) Jodendom naar de
geweldige verwachting van het evangelie naar Paulus.

‘Hm, best ingewikkeld eigenlijk, maar als je deze lijnen uit elkaar leert
houden, wordt er wel weer meer duidelijk!’

Woord vandaag

‘Wat je op 22 mei zei, heb ik over nagedacht. Als je om je heen kijkt,
zie je zeer zeker, dat veel christenen met deze aarde bezig zijn.’

Absoluut. Men is heel druk bezig met van alles en nog wat en meent
daarin heel goed bezig te zijn. Ze hebben dan geen tijd meer voor de
bijbel; op zijn best wordt er een stukje of een losse tekst aan tafel na
het eten gelezen. Meer niet. En je moet niet denken, dat je daardoor
echt opgebouwd wordt in je geloof.

‘Nee, dat heb ik ook ontdekt. Het bouwt je pas op als je er echt tijd voor
reserveert. Dan maar geen kerk/gemeente-vergaderingen, waarvan
er talloze zijn in een eindeloze reeks. Bovendien leiden die vergadering-
en tot onenigheid, want die wil dit en die wil dat en zo voorts.’

Klopt. Dat is wat je in de loop van de jaren constateert. We zwijgen maar
over de kerkscheuringen in de loop van de tijd, nog afgezien van de ver-
splintering in de evangelische, charismatische en pinkstergroepen.

‘De tegenwerker ziet niet stil. Die zaait verwarring en verdeeldheid onder
gelovigen, toch?’

Ja, de strijd is geestelijk, en je ziet mensen vaak worstelen met bloed en
vlees (andere mensen), terwijl ze daarmee de boot dus missen. Als men
eerst zou beseffen
en vasthouden, dat het lichaam van Christus één is,
dan zouden er al heel wat minder mensen uit elkaar gedreven zijn.
Daarom is de boodschap van Efeziërs en de andere brieven steeds, dat
het lichaam van Christus wel uit veel leden bestaat, maar een geestelijke
eenheid
is.

‘Dat is wat Paulus bedoelt in Efeziërs 4:1-7?’

Ja, als je dat leest, valt het woord ‘één’ je op, hij gebruikt het maar liefst
zeven keer, nadat eerst het woord ‘eenheid’ gevallen is. Eigenlijk is dat
heel mooi, want die eenheid waar de apostel het over heeft, is niet te
verbreken. God heeft die eenheid tot stand gebracht!