Roeper, Uitdaging, maart 2017

Aanbidding

“Evangelisch gehalte lijkt nu onder meer af
te lezen aan muziek in diensten. Om traditi-
onele kerken evangelisch te maken, sleurt
men een band plus microfoons op het podium
voor aanbiddingsteams. Een nieuwtje van de
laatste tientallen jaren. In de Bijbel lees ik er
niks over. De Psalmen spreken wel over een
opperzangmeester, een zangleider.

Maar dat Paulus in door hem bezochte ge-
meenten werd getrakteerd op teams voor het
leiden van de –het grootste deel van de samen-
komsten bestrijkende- aanbiddingsdienst, lijkt
mij sterk.

Wel wordt gemeenten aanbevolen te spreken
met: ‘psalmen, lofzangen en geestelijke liede-
ren’. Nergens lees ik over wereldwijd ingevlo-
gen beroemde aanbiddingsleiders. Die staan
als artiesten kennelijk hoger dan hun lokale
collega’s, met wie zij schijnbare onmisbaar-
heid gemeen hebben. Ja, ik weet het: vrijwel
alle bekende evangelisten hadden óók een
zanger bij zich. Zoals Sankey de prediking van
Moody steunde en George Beverly Shea die
van Billy Graham. Nooit zouden die zich aan-
biddingsleider noemen.

Omdat aanbidding van de Heer meer met per-
soonlijk geloof en leven dan met muziek in
een dienst te maken heeft.


Er waren ooit zangleiders die gezamenlijk

zingen stuurden. Zij overheersten niet zelf
de zang, zoals aanbiddende performers, maar
motiveerden. In de totale kerkgeschiedenis
duurt deze rage natuurlijk nog niet lang.
Maar
soms verlang ik terug naar de oude aan-
pak,
die de eeuwen trotseerde. Met nu en dan
ruimte voor koorzang….”