21 juli 2018
‘We zijn vrij.’
Dat is: vrijgekochten door het kost-
bare bloed van Christus. Hij is de Ver-
losser. Hij gaf Zichzelf tot vervangend
losgeld voor allen. Dat is een deel van
een bekend stukje uit 1 Timotheüs 2.
Een bijzonder gedeelte; we lezen alle
mensen in diverse verzen. Paulus laat
zien, dat de cirkel van Gods barmhar-
tigheid en liefde groter is dan Israël.
God: niet alleen van Joden de God,
maar ook van de natiën, schrijft Ro-
meinen 3:29.
‘Voor de Joden lastig.’
Zeker in die tijd. Je leest dat t Sanhe-
drin bijvoorbeeld in Handelingen 5 de
apostelen laat geselen en verbood ze
te spreken in en van de Naam van Je-
zus. Maar zij gingen gewoon door, ter-
wijl ze blij waren dat ze hadden gele-
den voor hun Messias Jezus. Ze lieten
zich niet tegenhouden door de religi-
euze overheid van die dagen. Zij spra-
ken vrijmoedig over hun Heer, Die zo
voor hen geleden had, en opgestaan
was uit de doden.
‘Gamaliël gaf toen raad.’
Dat was een voor die omstandigheden
wijze raad. Hij gaf in Handelingen 5 aan,
dat er meerdere mensen waren die een
groep hadden gevormd. Maar dat was
vanzelf weer ingezakt en overgegaan. Zo
kon het met mensen van die weg gaan.
Detail is, dat Saulus leerling van deze be-
roemde leraar Gamaliël was. Misschien
was hij erbij toen Gamaliël sprak in Han-
delingen 5. Later was hij groot verkon-
diger van Gods genade.