3 september 2018
‘Op Hem gericht leven.’
God wekt je hart op -door Zijn genade-
dat je wil gaan leven tot Zijn eer. Daar-
bij is geen sprake van een vrije wil. In
Filippenzen 2:12,13 staat het zo duide-
lijk. God is het, Die zowel het willen als
het werken in de gelovige bewerkt.
Dat verlamt niet; integendeel drijft het
tot meer actief bezig zijn met wat Hem
aangaat.
‘God is de Bron.’
Hij is Oorsprong van alles, het al is uit
en door en tot Hem. De Psalmist zei
ook: al mijn oorsprongen zijn in U.
Wist zich dus afhankelijk van die ene
grote God. Wij zijn dat ook. Vandaag
is een dag die door Hem gemaakt is.
En deze dag draagt Hij ons. Als we dat
beseffen ziet het er anders uit. De be-
richten uit de wereld zijn dan minder
groot en meeslepend voor je.
‘God is het Einddoel.’
Zeker, en daar tussen ligt de weg die
Hij gaat met schepping en mens. Als
belangrijkste: Zijn eigen Zoon. Is won-
derlijk, dat God uit Zichzelf de Zoon
heeft voortgebracht of geschapen. En
in en door en tot Hem het al. Door de
geliefde Zoon brengt Hij dat terug aan
Zijn hart. Want het al is ook door Hem.
Wat in Zijn plan van eonen gebeurt, is
volledig voor Zijn rekening. God is de
Oorzaak en Verantwoordelijke voor
de hele gang van zaken. Hij brengt dat
tot het wérkelijk best einde.
En in Gods hand: eind goed, al goed!