28 oktober 2018
‘Doel van de gemeente.’

De bediening is boven, te midden van
de hemelsen. Dát is de toekomst die
voor het lichaam van Christus is weg-
gelegd binnen Gods voornemen van
de eonen (Efeziërs 3:11).

Ná de eonen is heel de schepping we-
derzijds met God verzoend en is God
alles in allen. Ja, ook in al die hemelse
machten en krachten die nu nog gees-
telijke machten van de boosheid
(Efe-

ziërs 6:11) zijn.

‘Wat een toekomst!’

Dit is wat de Schrift leert, vooral door
de brieven van Paulus. Die laten geen
misverstand bestaan over de heerlijke
toekomst van de schepping. Gods lief-
de is alomvattend. Niemand valt daar
buiten. Uiteindelijk zal ook blijken, dat
God volkomen rechtvaardig was in Zijn
handelen met de schepping. Zoals in
Ro
meinen 1-3 door de apostel gezegd
wordt: Gods rechtvaardigheid blijkt in
het geven van Zijn geliefde Zoon.

‘De basis.’

Gods rechtvaardigheid blijkt helemaal
te kloppen met Zijn liefde. Daar gaat
zoveel kracht vanuit, dat iedereen uit-
eindelijk gered zal zijn. Juist dát is te-
recht en rechtvaardig, dat allen gered
zijn en worden. Op basis van het
kost-
bare bloed van Christus dat zowel
 van
Gods rechtvaardigheid als Zijn lief
de
spreekt. En een nog diepere lijn is,
 dat
allen met God verzoend zijn door de
dood van de Zoon, dat spreekt van die
liefde van God die sterker is
 dan dood.
Allen zullen leven.