2 maart 2019
‘Jakob werd Israël.’
Dat is een feit en wijst profetisch naar
het hele volk dat uit hem zou ontstaan.
In 12 zonen, later 12 stammen, komt
de naam Jakob in fasen tot uitdrukking.
En de naam Israël komt daarna, en ze-
ker in de 1000 jaar, tot uitdrukking in
hun opstelling, gedrag. Wanneer de
geest van God in hen gaat werken, zul-
len zij pas écht Israël zijn.
‘Dat is heerlijke toekomst.’
Ook zij gaan als uitgekozen volk een
weg van lijden. Zoals de Heer Zelf la-
ter als de Uitgekozene bij uitstek ook
door de diepte heen moest. Hun diep-
ste lijden komt in een zeer grote ver-
drukking zoals er niet een geweest is
en evenmin er ooit nog zal zijn. Dat
zal de Heer niet meer laten gebeuren.
Na het lijden komt grote heerlijkheid.
‘We zijn bevoorrecht.’
Ook als het om Israël gaat. Wij heb-
ben niet alleen in tijd een eerdere
verwachting. Ook in ruimte zullen
wij als lichaam van Christus een ho-
gere plaats innemen. Wij zijn daar
al -geestelijk gezien- geplaatst. In de
nabije toekomst zullen we ook lijfe-
lijk daar zijn. Niet voor onszelf, maar
voor de hemelse machten en krach-
ten. Tot hun heerlijkheid.