18 maart 2019
‘We zijn rijk met zo’n Heer.’

Het grote werk, Zijn lijden, sterven,
dood en opstanding; het kon alleen
door Hem gedaan worden. Het was
Vader, Die Hem opwekte uit de dood.
Dat was aangekondigd in vele typen,
beelden en profetieën. Soms bedekt,
soms erg duidelijk. Ach
teraf konden
Zijn discipelen wel
begrijpen wat Hij
had gezegd.
Soms verwees Hij naar
de Schriften
van Tenach.

‘De kracht van Gods beloften.’

Je verbaast je erover, dat schriftge-
leerden kennelijk niet zo veel be-
grepen van
de hun gegeven Torah.
Ze waren er
 steeds mee bezig, ken-
nelijk va
ker meer in traditie dan uit
de rollen
 zelf. De Heer zei bij gele-
genheid tot
hen, dat zij de Schriften
zouden on
derzoeken, Johannes 5:
39. Daar
 schortte nog wel een en
ander aan.
 De kruisiging, het lijden
en sterven;
 het was alles voorzegd.

‘Tevoren in Gods plan bedoeld?’

Sommigen beweren, dat de kruisi-
ging puur mensenwerk was en niet
door God gewild. Dat roept te veel
niet te beantwoorden vragen op.
In Efeziërs 1:11 lezen we, dat God
het is, die alles bewerkt in overeen-
stemming met de raad van Zijn wil.
Net als bij het zondigen van Adam
en Eva ging bij het kruisigen van de
Zoon van Adam niets mis. Het is de
God van Jezus Christus Die het al
bepaalt. Tot Zijn eer en verheerlij-
king en redding van allen.