17 augustus 2019

‘Wat een verwachting hebben wij.’

Omdat God al Zijn beloften zal waar-
maken, zien wij uit. Hij heeft de belof-
te van leven in Christus Jezus gegeven
(2 Timotheüs 1:1). Dat is niet alleen nu
voor de gelovigen in Christus Jezus. In
de toekomst is dat het deel van allen.
Gelooft de Schriften; dáárin is je zeker-
heid. Niet in onszelf, laat staan in ons
gevoel. We lezen Zijn beloften; die zál
Hij vervullen.

‘Ja, erg fijn, ik geniet ervan.’

We delen de rijkdom van de Schrift en
verheugen ons in het weerzien straks.
Dan zullen wij al onze ontvallen gelief-
den weer terugzien. Als het ook gelovi-
gen waren: bij de bazuin van God. Als
het ongelovigen waren: bij de grote wit-
te troon. Daarna zullen wij die voorma-
lig ongelovige geliefden een eon lang
niet zien, maar daarna gaan ook die on-
eindig leven, onsterfelijkheid genieten.
Dat is na afloop van de eonen.

‘Daar kijk ik naar uit.’

In zekere zin, geestelijk gezien, zijn de
einden van de eonen op ons gekomen.
Dat zegt althans Paulus in 1 Corinthiërs
10:11. Zo kunnen wij met blijdschap uit-
zien naar de voltooiing van Gods plan.
En we zijn bewogen wanneer we ande-
ren zien lijden. Als bij gelegenheid een
ander valt? Wat doen wij dan? Veroor-
delen? Wij zouden die ander terecht-
brengen in een geest van zachtmoedig-
heid (Galaten 6:1). Evangelie in de prak-
tijk, barmhartigheid tonen.