2 oktober 2019

‘Opmerkelijk, dat van koning Sihon.’

In wezen hetzelfde als bij de Farao. Zo-
als God het hart van Farao verhardde, 
zo ook bij koning Sihon. Het hart van 
de koning is in de hand van Jahweh als 
verdelingen van water (Spreuken 21:1). 
Ze (die koningen, regeerders) hebben 
niets te vertellen. Hun beslissingen en
dergelijke worden door God bepaald.
Koning Abimelech kon niet met Sarah
zondigen omdat God hem weerhield.

 ‘Ja, fijn om dit te lezen.’

Het is de kracht van God die zich aan 
de waarneming onttrekt, maar onder 
meer op die manier werkt. Het woord
maakt duidelijk, dat alles uit God is. In 
de Torah staat:

iemand die onwetend zijn naaste dood
sloeg, zonder hem tevoren te haten, of
iemand die met zijn naaste het bos in
gaat om bomen om te hakken, en hij 
maakt met zijn hand een zwaai met de
bijl om een boom om te hakken, en het
ijzer schiet van de steel en treft de naas-
te zodat die sterft; die man zal naar een
van de vrijsteden vluchten
                    Deuteronomium 19:4b,5

‘Hij gaat vrijuit.’

Het punt is, dat al eerder gezegd was:

wie iemand zó slaat dat hij sterft, moet 
zeker gedood worden; en als hij geen 
boze bedoeling had, en die Ene, Elohim 
(God), hem in zijn hand beschikte, zal Ik 

een plaats geven waar hij naartoe kan
vluchten                       Exodus 21:12,13

Dit voorschrift ziet dus op de bedoeling
of intentie die bij een doodslag aanwe-
zig was. Was er geen kwade opzet? Dan
kon de dader naar een vrijstad vluchten.
Hieruit leren wij, dat Gods gericht (ook 
bij de grote witte troon) draait om het 
motief of de intentie van een daad.