19 november 2019

‘De geesten in de gevangenis.’

Ja zij zijn opgesloten, en mogelijk is 
het duisternis waardoor zij gevangen
zijn. En Petrus schrijft in zijn tweede 
brief opnieuw over deze geesten:

want indien God de zondigende bood-
schappers niet spaarde, maar hen in 
de donkere holten van de tartarus 
wierp, geeft Hij ze over om bewaard
te worden tot het tuchtigende gericht
                                     2 Petrus 2:4

Deze hemelse boodschappers (gees-
ten) worden in donkerte vastgehou-
den.

‘Dat zijn de geesten uit 1 Petrus 3?’

Vermoedelijk, want in beide tekstver-
banden lees je over Noach. De Heer
heeft in Zijn levendmaking aan deze
geheraut, niet tijdens Zijn dood. Dat
vormt dus evenmin bewijs voor een
bewust voortbestaan nadat iemand
gestorven is. De heidense leer van de
onsterfelijkheid van de ziel lees je in
de Bijbel niet. Plato leerde dat onder
meer. Ook in het christendom wordt
dat alom onderwezen.

‘Er zijn wel teksten voor.’

Ja, nog zo’n tekst waarmee men een 
bewust bestaan na het sterven wil be-
wijzen, is Filippenzen 1:23 (NCV):

Ik nu, word uit deze twee gedrongen,
en heb het verlangen om losgemaakt
te worden en tezamen met Christus 
te zijn, want dat is verreweg het best

Ook in de herziene statenvertaling is 
het goed weergegeven. De apostel be-
spreekt in Filippenzen 1 drie mogelijk-
heden. Leven of dood (vers 20), leven
of sterven (vers 21). En hij vertelt zijn
keuze niet. Lees vers 23: 

Ik nu word uit deze twee gedrongen

Daarover morgen meer.