22 november 2019

‘Bewustzijn in de opstanding.’

Dat geldt ook nu voor de gelovige in
Christus. In beeldspraak wordt dui-
delijk in Paulus’ brieven:

als Eén voor allen gestorven is, zijn
allen gestorven; en Hij is voor allen
gestorven, opdat zij die leven niet 
meer voor zichzelf leven, maar voor
Hem, Die voor hen gestorven en op-
gewekt is

                  2 Corinthiërs 5:14,15

Tezamen met Christus gestorven én
leven. Dat leven is niet de stervens-
toestand. 

‘Nieuw leven van Hem.’

Dat is opstandingsleven, het leven 
van de Opgestane in ons als gelovi-
gen. God ziet de hele wereld als met
Christus gestorven. De oude mens-
heid is in Gods ogen weggedaan. In
Hem, in Christus is de nieuwe schep-
ping een feit. Gevolg is dit:

zo kennen wij vanaf nu niemand naar
het vlees; en al hebben wij Christus 
naar het vlees gekend, dan kennen wij
Hem nu zo niet meer

                        2 Corinthiërs 5:16

‘Grote gevolgen zijn dat.’

Dit zouden wij ook in ons hart opne-
men en ermee rekenen. Wij kennen 
elkaar niet langer naar het vlees. Wij
rekenen anders, zoals God dat doet:

daarom, indien iemand in Christus is,
is hij een nieuwe schepping

                       2 Corinthiërs 5:17

Zo kijken we geestelijk gezien naar el-
kaar. Dan is het minder lastig die ander
genade te schenken. Dat genade schen-
ken 
hoort bij de nieuwe schepping. Ver-
geven 
hoort bij de oude.