1 januari 2020

‘Een nieuw jaar, 2020.’

Ja, alweer een jaar op onze kalender
aangebroken. Op Gods kalender be-
vinden we ons in de tegenwoordige
boze eon
 (Galaten 1:4). Daar worden
wij uitgetild door onze Vader. Dat is
Zijn genade. Een andere kant is, dat
wij leven in de dag van de mens. God
heeft aan de mens het bestuur in de
handen gegeven. Dat is geen succes,
net zoals in andere fases de mens in
eigen wijsheid het doel mist. 

‘Opvallend vaak, ook in deze tijd.’

Ja, als het om beheer, administratie
of regering gaat, leven wij in de tijd 
van genade. Of ook: het geheimenis.
Paulus noemt beiden in Efeziërs 3:2 
en 9. Dat wat regeert, is genade. Na-
dat de zonde heerste in de dood, re-
geert nu genade tot in eonisch leven.
Ondanks dat Paulus dat in Romeinen
5:20,21 duidelijk noemt, weten verre-
weg de meesten dat niet. 

‘Ook in dit jaar is dat zo.’

We zien uit naar Zijn terugkeer, en is
dat niet het toppunt en afsluiting van
de genadetijd? De doden in Christus
zullen dan eerst opgewekt worden en
opstaan. Daarna zullen wij allen hele-
maal veranderd worden, zelfs onster-
felijkheid ontvangen. Niet langer een 
tijdelijke tentwoning. Dat nieuwe is
het gebouw uit God, eonisch, in de he-
mel. 
Dat is blijvend. Christus Jezus zal
dan verenigd worden met heel Zijn li-
chaam. Wat een uitzicht!