30 januari 2020
‘Ook Petrus had uitzicht.’
De profeten van Tenach konden af
en toe ver zien. Maar zo duidelijk de
tijd van nieuwe hemelen en nieuwe
aarde zien? Nee. Dat was aan Johan-
nes voorbehouden. En aan Paulus die
in Gods wijsheid het verst kon kijken.
Petrus had de brieven van Paulus ge-
lezen, maar die waren lastig te begrij-
pen voor de leider van de Besnijdenis.
‘Paulus toont de toekomst.’
Die is zeker in Gods hand, het kortst
vat hij dat samen in Romeinen 11:36
want uit Hem en door Hem en
tot in Hem is het al, Hem de heer-
lijkheid tot in de eonen
Tot in of naarbinnen betekent, dat al-
les tot God zal terugkeren. Vervreem-
ding en vijandschap; het moet zo zijn,
maar dat zal opheven worden. God
zal al Zijn vijanden veranderen.
‘Fijn dat God dat doet.’
De vijandschap zal plaats moeten ma-
ken voor vriendschap. De uitwerking
van het kruis van Christus is, dat zon-
daren gered worden. Onrechtvaardi-
gen; zij worden allemaal rechtvaardig
verklaard. En vijanden zullen verzoend
worden. Dat is het onontkoombare ge-
volg van Zijn dood aan het kruis, waar-
na Hij opgewekt werd door Vader.