30 maart 2020

‘We zien uit naar de bazuin.’

De bazuin van God, ja, verwar die niet
met de 7 uit Openbaring. De datum van
de bazuin van God staat vast. Pas daar-
na gaat veel profetie in vervulling. Een
profetie, onder onze ogen vervuld, is 
over het ontstaan van de Joodse staat 
in 1948. We lezen dit:

de hand van Jahweh was op mij, en Hij 
bracht mij in de geest naar buiten en 
zette mij neer, midden in een vallei. 
Die lag vol beenderen
      Ezechiël 37:1

‘Boeiend, lang geleden opgeschreven.’

Hij deed mij geheel rondom langs hen 
gaan. En zie, daar liggen zeer veel op 
de grond van de vallei, en zie, ze zijn 
erg dor. En Hij zei tot mij: mensenzoon, 
zullen deze beenderen leven? En ik zei: 
Heer, Jahweh, U, U weet het.
                                       
Ezechiël 37:2,3

Vallei spreekt van laagte, bij het meer
van Galilea en dode zee is het laag.

En Hij zei tot mij: profeteer over deze
beenderen en zeg tot hen: O, dor 
gebeente, hoor het woord van Jahweh
                                        
Ezechiël 37:4

‘Hij moest zo spreken – opvallend.’

Zo zegt de Heer Jahweh tot deze been-
deren: Zie Ik ga geest in jullie brengen
en jullie zullen leven
     Ezechiël 37:5

Een algemene belofte en profetie van 
het geschenk van de geest.

En Ik geef zenuwen op jullie en doe
vlees op jullie komen, trek huid over

jullie en geef geest in jullie, zodat
jullie leven                      
Ezechiël 37:6

De ontwikkeling tot een lichaam, en
opnieuw de belofte van geest, leven.
Wij hebben dat al mogen ontvangen
en weten ons zelfs verzegeld.