13 april 2020

‘Hij werd levendgemaakt.’

We zingen: ‘Hij stond op uit het graf 
door ’s Vaders kracht’. Het kon niet de
eigen kracht zijn, want Hij was dood en
begraven. Hij bezat geen levenskracht
meer in de dood. Daarom staat steeds 
geschreven, dat God Hem opwekte. In
1 Corinthiërs 15 (en andere plaatsen) 
lees je, dat Hij opgewekt werd. Hij kon
Zichzelf niet opwekken. Integendeel; 
alleen Vader zelf kon Hem opwekken.

‘Hij heeft onsterfelijkheid.’

Hij is die Ene, Die nu onsterfelijk is. De
andere gestorvenen, zoals Abraham, 
David, Elia, Daniël et cetera, zijn dood.
De hemel is wat mensen betreft: leeg.
Pas in de opstanding is weer leven, de
gemeenteleden van het lichaam van 
Christus zullen onsterfelijkheid ont-
vangen op de dag van de bazuin van 
God. Daarmee is dat na Christus de
eerste groep met dat voorrecht.

‘Ja ik kijk ernaar uit.’

Bemoedigend zijn de woorden uit de
brieven van Paulus. Met verwachting 
en uitzicht op heerlijke toekomst én 
kracht voor iedere dag. De geweldige 
verzekering die Paulus ontving, was:

‘Mijn genade is je genoeg, want Mijn
kracht wordt in zwakheid volkomen 
gemaakt.’            
2 Corinthiërs 12:9

Dit is voor ons ook voldoende. Zwak-
heid ervaren we genoeg. Zijn genade
is voldoende, Vader, dank U wel.