3 juni 2020

‘Het koninkrijk zou komen.’

Dat was zo, ook op grond van het ge-
bed van de Heer aan het kruis:

Vader, vergeef hun, want zij weten
niet wat zij doen
            Lucas 23:34

Zo vergaf Vader het volk deze misdaad 
en werd dat koninkrijk opnieuw aan Is-
raël verkondigd met Shavuot, het We-
ken’feest’. Petrus, door heilige geest
geleid, sprak en 3000 bekeerlingen in
het volk was het resultaat. 

‘Het brak wel door.’

Zo ontstond een groep geroepenen
binnen Israël. Die kun je de koninkrijks-
gemeente
 noemen. Die zette zich wel 
door, als je Handelingen leest. Toen de
inmiddels apostel Paulus in Jeruzalem 
kwam, zeiden de oudsten tegen hem:

u ziet, broeder, hoeveel tienduizenden 
van de Joden geloofd hebben en zij zijn
wezenlijk ijveraars van de wet

                                Handelingen 21:20

Men stond in de lijn van de wet en zij
geloofden in Jezus als hun Messias. 

‘Paulus’ onderwijs is anders.’

Hij werd er ook direct mee geconfron-
teerd. Ze beschuldigden hem ervan, 
dat hij afval van Mozes zou leren. Om-
dat hij zegt dat besnijdenis en het hou-
den van de geboden niet nodig is. Ze
begrepen niet wat hij leerde. Daar zit
een diep verschil, en dat zou niet op-
gelost worden. Dat diepe verschil zie
je terug in de Galatenbrief. Het mar-
keert de scheidslijn tussen de konin-
krijksgemeente en het lichaam van de
Christus. Dat zien velen -ook nu- niet.