‘Steeds weer de liefde van God.’

Hoe dieper je Vader leert kennen,
hoe meer liefde je ziet. In de brief
die hij schreef aan een roerige ge-
meente laat hij juist dat zien. We
lezen verder (na gisteren):

Want wie van de mensen kent de
dingen van de mens dan de geest
van de mens die in hem is?
Zo kent ook niemand de dingen
van God dan de geest van God.
                         1 Corinthiërs 2:11

‘Wij ontvingen die geest.’

En dat is een voorrecht boven de
mensen die dat ontbreekt. Maar,
God is het Die dat bepaalt; Hij is
het, Die uitkiest. We lezen verder:

en wij hebben niet ontvangen de
geest van de wereld, maar de
geest uit God, opdat wij zouden
weten wat God ons genadig ge-
schonken heeft

                         1 Corinthiërs 2:12

Rijk, in wat Vader ons geeft.