En het bewerkt voor alle kleinen 
en groten en rijken en armen en 
vrijen en slaven, dat zij aan hen 
een merkteken geven op hun 
rechterhand of hun voorhoofd, 
en dat niemand kan kopen of 
verkopen, behalve zij die het 
merkteken hebben van het wilde
beest, of zijn naam, of het getal 
van naam. Hier is wijsheid. Wie 
denkzin heeft, laat hij het getal 
van het wilde beest uitrekenen, 
want het is het getal van de 
mens, en zijn getal is 
zeshonderd zes en zestig.
        Openbaring 13:16-18

In de christelijke wereld houdt
dit de gelovigen erg bezig. Al 
heel wat jaren. Veel theorieën
over wat dat dan is, doen de
ronde. Ook binnen het kader 
van de inentingscampagne die
wereldwijd gaande is. Paulus 
roept ons als gelovigen op (in
1 Thessalonicenzen 5) nuchter
en wakend te zijn. In genoemd
gedeelte (Op.13:16-18) zitten 
we midden in de eindtijd, die
strikt genomen begint nádat
de gemeente, het lichaam van 
Christus, snel weggenomen is. 
Dát zal dus eerst gebeuren; de
boekrol Openbaring gaat in op
wat daarna gebeurt op aarde.
De verontwaardiging van God
staat in Openbaring vermeld. 
Die moet komen, maar nadat 
de gemeente weggenomen is.
De gemeente is niet gesteld tot
verontwaardiging, maar tot de
toeëigening van redding door
onze Heer Jezus Christus
, zegt 
Paulus, 1 Thessalonicenzen 5:
9-11. De tijd die Openbaring 
13:16-18 bedoeld wordt, komt 
nádat de gemeente weg is. 
Het merkteken zal dán pas op 
de mensen (rechterhand of 
voorhoofd) gezet worden, en 
níet nu. Vele gedachten gaan 
rond en maken ook gelovigen 
onrustig. Alleen de Schrift is 
betrouwbaar
 en laat ons zien 
hoe het werkelijk is.
De aanbidding van het beest 
en het beeld van het beest zal
pas verplicht worden in de tijd
die Openbaring aangeeft; niet 
eerder, dus niet in de tijd van 
de genade waar wij nu in leven.
Laten wij nuchter blijven – bij 
dat wat de Heer ons liet weten 
via 1 Thessalonicenzen 5:9-11
en 1 Thessalonicenzen 4:13-18!

NB: hieronder leest u Woord
Vandaag over Romeinen.