Ga dan zullen wij terugkeren naar 
Jahweh, want Hij, Hij scheurde in 
stukken en Hij zal ons genezen; 
Hij sloeg en Hij zal ons verbinden. 
Hij zal ons doen leven na twee 
dagen, in de derde dag zal Hij ons 
doen opstaan en wij zullen leven 
voor Zijn aangezicht.

                   Hosea 6:1,2

Israël zal na twee dagen leven. In
vers 2 staat leven (2x) en opstaan 
(1x). Twee dagen = 2000 jaar: bij 
Jahweh is 1 dag als 1000 jaar 
(Psalm 90:4; 2 Petrus 3:8). 
Israël, de lichtverspreider, zou dat 
2 dagen, 2000 jaar, niet zijn, want:
geen geest, geen leven. 
Met ingang van welke gebeurtenis
dan rekenen? Sommigen denken
dat je daarvoor de verwoesting van
de tempel en Jeruzalem in 70 AD
door Titus moet nemen. In die visie
kom je in 2070 AD + 7 jaar terugtel-
len. Maar kan dat in het licht van
Hosea 6:1-2? Je leest bij die profeet
over leven, opstaan
Verbranding (70 AD) van tempel en
stad was resultaat van ongeloof en
verharding, Daniël 9:26 spreekt van
verwoesting.
Daniël 9:24-27 geeft géén vinger-
wijzing in verband met geest/leven
De wedergeboorte van Israël vond
niet plaats nadat de Messias Jezus
naar de Vader was opgevaren.  
Na pinksteren bleek: Israël gelooft 
niet. Daar waren duizenden die in
de Messias Jezus geloofden, maar 
niet in heel het volk. Het ligt meer
voor de hand te rekenen vanaf de 
tijd van Israëls ongeloof, 30-40 AD. 
In Ezechiël 37 draait het om leven 
door de geest; er is sprake van een
lichaam, met vlees en zenuwen; 
maar nog geen geest vanaf 1948
in de Joodse staat als geheel.
Het verwachten van Israël is de 
komst van de geest die echt leven 
brengt: 2 dagen van Hosea 6 zijn 
bijna om.
Maar, als leden van het lichaam 
van Christus is voor ons eerdere 
verwachting in Christus gegeven:
de bazuin van God.