Die God voor zich plaatste als 
zoendeksel, door het geloof, 

in Zijn bloed, tot bewijs van Zijn
gerechtigheid, vanwege het 
voorbijgaan aan de gevolgen 
van de zonden die tevoren 
gebeurd zijn in de 
verdraagzaamheid van God

         Romeinen 3:25

Het bloed van Christus dat naar
Zijn lijden en dood verwijst, laat
Gods rechtvaardigheid zien. Het
moest komen. Het bloed van de
stieren en bokken? Daarin had
God (Jahweh) geen behagen. In
die zin alleen, dat het verwees
naar het bloed van Christus. In
afgelopen eeuwen liet God de
gevolgen van de zonden gaan. 
Hij vergaf op grond van offers in
Zijn grote verdraagzaamheid; 
door wat met de Zoon gebeurde
bleek Gods gerechtigheid. Nu de
zonde definitief weggedaan is, is
de weg vrij voor overstromende 
genade.