Wat dan? Zullen wij uitspreken: 
de wet is zonde? Moge het 
niet gebeuren! Maar ik ken de 
zonde niet tenzij door de wet, 
want ik was bovendien niet 
bekend met begeerte, tenzij 
de wet zei: ‘Jij zal niet begeren.’
    Romeinen 7:7

De wet op zich, daar is niets 
verkeerds aan. Dat is ook Gods
woord. Het punt is, zoals in (7:5)
naar voren kwam: wet prikkelt
de mens tot zonde. Het wijst op
normen voor de mensen.
De zonde in het vlees reageert.
Het wil niet anders dan normen 
passeren. Het vlees is zwak en 
de mens zondigt, overtreedt de
regels. Woord nummer 10 is: jij
zal niet iets begeren dat van je
naaste is. Wanneer het vlees 
(en de zonde daarin) dat hoort,
gaat het juist begeren wat in dat 
tiende woord verboden werd.
Die begeerte kan aanwezig zijn, 
zonder dat andere mensen dat 
merken. Je weet zelf maar al te 
goed dat het zo is.