Indien nu enkele van de takken 
uitgebroken zijn, en jíj echter, 
een wilde olijfboom zijnde, 

daar tussen geënt en jij 
gezamenlijk-deelnemer aan de 
wortel van de vettigheid van
de olijfboom geworden bent
          
Romeinen 11:17

Weer het indien bij de start van
de zin. Het beeld van de heilige
wortel en takken (vers 16) blijkt
nu om de olijf(boom) te gaan.
Een wilde olijf(boom) geeft niet
zo’n vrucht als de veld-olijf of
gecultiveerde-olijf. Enkele takken
van de veld-olijf zijn uitgehouwen
en daar zijn takken van de wilde
olijf op geënt. Het gaat dan om
de natiën, uitgebeeld in de wilde
olijf(boom). Via enting kregen zij
deel aan wortel en vettigheid van
de ‘tamme’ olijf(boom), Israël.
Het gaat om de olie (vettigheid)
die uit de olijven geperst wordt.
Deze werd gebruikt voor licht.
In tabernakel en tempel werd
de olijfolie de ‘brandstof’ voor
verlichting; uitbeelding van wat
het woord van God geeft.