maar ingeval jouw vijand 
honger heeft, geef hem de 
bete     
Romeinen 12:20a

\Dit deed de Heer Jezus toen Hij
in de bovenzaal at met Zijn 12
discipelen. In Johannes 13:26,
27,30 wordt het woord ‘bete’
gebruikt. Een stukje brood, een
beetje hard wellicht, waarmee
ander voedsel kan ‘oplepelen’.
Dit werd door de gastheer in de
regel aan de eregast gegeven.
Wat een genade had de Heer in
het hart bij Judas!
In die gezindheid zouden ook
wij met onze vijanden omgaan.