Wie bedacht is op de dag: 
voor de Heer is hij erop bedacht, 
en wie eet: voor de Heer eet hij, 
want hij dankt God. 
En wie niet eet: voor de Heer 
eet hij niet, en hij dankt God
            
Romeinen 14:6

Het bedacht zijn op is hier in
feite: gezind zijn (op).
Opnieuw lees je dat Christus
Heer is. Hou je (nog) een
bepaalde dag (of dagen)? Dan
kan er slechts één motief zijn.
Je doet dat niet voor mensen,
maar voor de Heer. Dat is zo,
ook als het om eten gaat. Dat
doe je wel/niet voor de Heer.
Dat is ook zo wanneer je voor
je broeder of zuster geen aan-
stoot wil geven. De liefde van
God stuurt jou dan aan.
1 Corinthiërs 8 zegt daar iets
over; lees dat hoofdstuk naast
deze verzen in Romeinen.
In je eigen relatie met Hem is
het zo: dank je God voor wat
je eet? Uitstekend, ongeacht
wat je nuttigt.