want Macedonië en Achaje 
hebben het goed geacht een 
bijdrage te doen voor de armen 
van de heiligen in Jeruzalem
    
Romeinen 15:26

Zoals toegezegd nam Paulus de
gift, het geschenk mee. Het was
bij verzameld door gelovigen uit
de natiën. Zij hadden in die tijd
nog de ondergeschikte plaats in
het vlees, ten opzichte van Israël.
Het zou goed van pas komen en
was een teken van Gods liefde
die in de harten werkte. Temeer
daar een hongersnood op komst
was, wat men niet kon voorzien.
Maar de naam Jahweh Jirèh, de
HEER zal voorzien, blijkt weer zo
waar te zijn. Je kunt deze actie
als plat humanistisch zien. Een
daad waarin mensen de anderen
helpen. Maar dat is het niet; het
is in wezen God, de Vader, Die
alles bewerkt.