in overeenstemming met het
evangelie van de heerlijkheid
van de gelukkige God, dat míj
toevertrouwd is
1 Timotheüs 1:11
Aan Paulus werd dit evangelie
toevertrouwd, niet aan Petrus.
Paulus had het niet van mensen
(de twaalf) of van een mens
(Petrus) ontvangen, maar door
onthulling van Jezus Christus
(Galaten 1:1,12). Daarom zegt
hij drie keer: mijn evangelie.
Timotheüs zou dat meenemen
omdat ook hij met judaïsten en
dergelijke te maken zou krijgen.
Meestal probeert traditie zeer
ijverig de genade die Paulus en
de zijnen verkondigen, teniet
te doen. Dat kun je ook zien in
de Bijbelvertalingen. Vandaar
dat navolgers van Paulus en
Timotheüs deze brieven goed
ter harte zouden nemen.