Indien nu enige weduwe 
kinderen of nakomelingen heeft 
– laten zij eerst het eigen huis 
leren godvruchtig te zijn en 
wederdiensten terug te geven 
aan het voorgeslacht, want dit 
is welkom voor het aangezicht 
van God
    
1 Timotheüs 5:4

De Thora, later ook de profeten,
en de apostelen, spreken allen
over aandacht voor zwakkeren.
De weduwe en de wees worden
in het bijzonder genoemd.
Het ligt voor de hand, toch wijst
Paulus op de zorg voor (jongere)
weduwen. Dat ligt eerst bij de
eigen kinderen en eventueel
andere familieleden.
In ons land zijn het instellingen
die veel zorg op zich nemen.
Dat is ongekende luxe en was
lange tijd niet zo. Eventueel is
voor de gelovige weduwe hulp
nodig, die door de plaatselijke
gelovigen gegeven kan worden.
Daar schrijft Paulus later over.
Maar dat het nageslacht zorgt
voor het voorgeslacht is logisch,
en vooral welkom voor God,
net als wat de apostel schrijft
in 1 Timotheüs 2:1-4.