Toon hen die zondigen voor
het aangezicht van allen aan,
opdat ook de overigen vrees hebben.
         
1 Timotheüs 5:20

Zo’n ingrijpend iets zouden de
andere oudsten doen. Het gaat
al de overigen (groep gelovigen
waar de oudste in functioneert)
aan. Zij bidden voor de oudste,
werden door hem opgebouwd.
Indien sprake was van zonde,
moet dat aangetoond en voor
allen bewezen zijn via getuigen.
Meestal zal betreffende oudste
daarna niet meer functioneren
als zodanig.
Gods genade
werkt nu eenmaal (Romeinen 6)
tegen de zonde.   
Dat houdt niet in, dat anderen
angstig zouden worden.
Het zou wel de vrees, eerbied,
ontzag, voor zo’n genadige Heer
doen groeien bij ons.