Van sommige mensen zijn 
de zonden vooraf duidelijk, 
hen voorafgaand aan het 
gericht, bij sommigen echter 
volgen ze er ook op.

     1 Timotheüs 5:24

Mogelijk houdt dit verband
met de oudsten (vers 20,21).
In die tijd werd handoplegging
gedaan, ook in verband met
een genade(gave) (2 Tim.1:6).
Wanneer dit te haastig gedaan
werd (vers 22), kon mogelijk
misbruik van het oudste zijn
blijken. Aan akelig gedrag zoals
hoogmoed en machtsmisbruik
valt te denken.
Van sommigen had dat voorzien
kunnen worden; bij anderen zal
het pas later te zien zijn.  
‘Het gericht’: waarschijnlijk is
dat het aantonen van (vers 20)
een oudste die uitgeroepenen
beschadigt, niet het belang van
Christus Jezus dient.