indien wij loochenen, 
zal dat ook ons loochenen
   
2 Timotheüs 2:12b

Het loochenen betreft hier de
wandel: inconsequent gedrag.
Wij zijn tezamen met Christus
gekruisigd, gestorven, begraven
en opgewekt. Wanneer onze
wandel in tegenspraak met die
grote waarheid is, loochenen
wij Filippenzen 2:5.
De ootmoedige gezindheid van
Christus Jezus is leidend.
Als wij evenwel naar het vlees
leven, lijden en vervolging om
het Woord ontwijken, aards
gezind zijn, zijn wij vijanden van
het kruis van Christus (Fil.3:18).
In Filippenzen wordt van hen
gezegd: hun einde is ondergang.
In dat geval zal dat woord uit
Filippenzen (2:5) ons loochenen.
Dit heeft niet met onze redding
in genade te maken, maar met
het erepodium, de bèma van
Christus en God.