Want Die geen zonde kende,
heeft Hij voor ons tot
zondoffer gemaakt
2 Korinthiërs 5:21
De apostelen getuigen dit;
in 1 Petrus 2:22 lezen we,
dat Hij geen zonde deed en
in Zijn mond is geen bedrog
gevonden. Hij kende dat
niet; Hij was zonder zonde.
Zodoende leed Hij enorm
onder het zondigen van
Zijn volksgenoten. Al wat
in woorden gezegd werd,
wat niet fijn was, raakte
Hem veel dieper dan dat
het ons raakt. Zijn innerlijk,
dat zo zuiver was, kon dat
nauwelijks verdragen.
Toch wandelde Hij in liefde
te midden van de Zijnen,
die Hem niet accepteerden.
Wat een Voorbeeld!