Maar evenals jullie in alles
overvloeien – in geloof en
woord en kennis en alle
ijver en de liefde uit jullie
in ons – zo ook, opdat
jullie ook in deze genade
overvloeien.
2 Korinthiërs 8:7
Paulus was verheugd over
wat hij van Titus hoorde.
Onder de Korinthiërs was
veel gebeurd; zij hadden
de grote genade van God in
waarheid leren kennen.
Zo was daar: overvloeiend
geloof en dus klonk het
woord in overvloed onder
hen. Daardoor nam kennis
(van het hart) toe; God gaf
groei. Dat uitte zich ook in
toenemende activiteiten,
men ijverde in al wat in de
omgang met elkaar nodig
was. Maar ook voor Paulus
en de medewerkers; hun
liefdeblijken gingen uit en
er was zonder twijfel een
voortdurend gebed voor
de bijzondere bediening
van de apostel.