Want jullie kennen de genade
van onze Heer Jezus Christus,
dat Hij vanwege jullie arm is
geworden, rijk zijnd, opdat
jullie door Diens armoede rijk
zijn. 2 Korinthiërs 8:9
Zo waren de Macedoniërs in
hun materiële armoede rijk
geworden in Christus Jezus.
Hij was arm geworden om
ook hen rijk te maken.
Dat bewoog de harten om
veel, boven vermogen, te
geven voor de heiligen.
Tevredenheid mét godsvrucht
is een groot kapitaal; dan is
voldoende eten, kleding en
onderdak genoeg. En dat is
óók genade van God, in Zijn
voorzienigheid.
De vreugde die Hem voor
ogen was gesteld, was ook
dat Hij de leden mocht gaan
roepen, die bij Zijn lichaam
horen. Dat is nu Zijn deel,
maar bovenal is voor Hem
de liefde van Zijn Vader iets,
dat Hem verheugt.