Zoals het is geschreven:
“Wie veel heeft, het neemt
niet toe, en wie weinig
heeft, het is niet minder.”
2 Korinthiërs 8:15
Het woord uit Exodus 16:18
spreekt van het manna, dat
Jahweh gaf aan Israël tijdens
hun reis van Egypte naar het
beloofde land.
Jahweh zorgde ervoor, dat
iedereen genoeg had. Als het
sabbat werd, was er genoeg
voor twee dagen. Zo zorgt
God voor alles. Wij hebben
genoeg aan wat God geeft.
Hij zorgde, dat iedereen in
Israël genoeg had. Zo was
er gelijkheid; en dat is wat
hier ook Gods principe is
bij de inzameling voor de
heiligen in Jeruzalem. Dat
is ook de gerechtigheid van
God. Hij deelt uit, juist aan
de behoeftigen; dat geldt
vooral geestelijk, maar ook
hier materieel.