Want ingeval ik bovendien
ook overmatiger in wat dan
ook roem aangaande onze
volmacht, die de Heer ons
gegeven heeft tot opbouw
en niet tot afbreking van
jullie, zal ik niet beschaamd
worden.
2 Korinthiërs 10:8
Paulus roemde nooit op vlees.
Hij stak zichzelf niet boven de
anderen uit. Hij roemde wel
in de bediening die hij van de
Heer had gekregen, want die
was tot opbouw. Hij sprak, en
dat was net als zijn Heer, als
gevolmachtigde. Als apostel
had hij dat, als leraar van de
natiën was dat hem gegeven
door Christus Jezus.
Die gaf hem volmacht én een
bijzonder vermogen om dat
wat nodig was te spreken.
En bij gelegenheid optreden
als er dingen speelden, die
tot oneer waren.
Dan was dat nooit afbrekend,
maar steeds opbouwend.
het lichaam van Christus zou
uitgeroepen worden als een
wezenlijk deel van dat grote
‘bouwwerk’ van de Vader.