Derhalve moeten wij
overvloeiender acht geven
aan wat gehoord wordt,
opdat wij niet ooit voorbij
zouden stromen.
Hebreeën 2:1
Het ‘wij’ betreft hier de
schrijver (Barnabas?) en de
gelovigen uit Israël die het
evangelie van het koninkrijk
gehoord hadden. Van harte
geloofden zij in de Messias
Jezus. De brief richt hen op
Hem, zij zouden blijven bij
wat zij gehoord hadden. En
zelfs meer dan dat, want zij
krijgen nu meer te horen in
deze brief. Zodoende roept
de schrijver hen op, zelfs
‘overvloeiender’ te horen.
Anders liepen zij het gevaar,
‘door te stromen’ en weg te
glijden in ongeloof, nu het
beloofde aardse rijk uitbleef.
Laten wij, als leden van het
unieke lichaam van Christus,
meer en meer acht geven op
het goede nieuws dat Paulus
brengt.