In de Schrift is het onderkennen van verschillen erg belangrijk. God heeft verschillende woorden gebruikt om iets erover te zeggen. En God handelt anders met Israël dan met de volkeren. Zo ging Hij de weg vanaf Abram met het nageslacht, dat uitgroeide tot een volk in Egypte. Het volk werd uit Egypte verlost onder leiding van Mozes en zij ontvingen de Torah op de Sinaï. De lange geschiedenis van Jahweh met het volk is heel bewogen. Zij luisterden niet en raakten in ballingschap, door Assyrië en Babel. Later keerden ze terug in het land. Hun Messias kwam, Jezus.
Maar Hij werd door het volk niet aanvaard als hun Messias, zoals door de profeten voorzegd was. Toen Hij uiteindelijk stierf, begraven werd en opgewekt werd, keerde Hij terug naar Zijn Vader  en Petrus sprak, aangezet door de heilige geest, over de opstanding van Christus.
Later in Handelingen 13, doet Paulus hetzelfde. Dan heb  je twee zonen van Israël, Petrus en Paulus. Zij verkondigen allebei de opstanding van Christus. En toch…..zij vertegenwoordigen twee lijnen in Gods plan. Petrus heeft de leiding van de twaalf apostelen van de besnijdenis en Paulus wordt afgezonderd (Handelingen 13:2,3; Galaten 1:15) daarvan. Het gaat om twee evangeliën, dat van de besnijdenis en dat van de onbesnedenen. Het laatste wordt alleen door Paulus verkondigd. Het geeft uitzicht op een hemelse toekomst, te midden van de hemelingen. Tot het moment van de bazuin zijn wij nog op aarde. Wij leven in genade van God. Dat wij straks daar, boven, bij Christus zullen zijn, is absoluut geen eigen verdienste van ons; het is en blijft genade!
Wat hebben we toch alle reden om ons te verblijden!
Dank Hem voor deze geweldige dingen!