De grote apostel van het evangelie van genade is na zijn roeping op weg naar Damascus begonnen te spreken over genade en heeft dat tot het einde van zijn leven volgehouden. Ook dat volhouden was genade, die de Heer hem gaf!
Die genade van God werkte ook in zijn leven door. Hij leefde door en onder die genade. Alle sporen van wetticisme verdwenen door het leven en het licht van de opgestane Heer Jezus Christus uit zijn leven. Dat wens ik u, jou –en mezelf- heel erg toe. Want wat dacht u, hoe zo’n leven er uitziet?
Een leven zonder partij kiezen voor de ene groep of de andere, een leven zonder het streven om beter te willen zijn dan de ander, zonder zelfzucht en noem maar op, dat is toch heerlijk?
Een leven waarin liefde, vreugde en vrede de boventoon voeren in plaats van zelfgerichtheid, neer-slachtigheid en onvrede, dat wil je toch als gelovige?
Een voortdurend het beste willen voor die ander, terwijl je geen enkele behoefte meer hebt om ook maar iets aan de ander te willen opleggen, dat is de geest van Christus in je.
Je gezicht vertoont geen hardheid meer, je ogen spreken goedheid…..
‘Mooi hoor, maar voor mij geldt dit niet!’ Waarom niet? ‘Ik kan dat allemaal niet opbrengen!’ Precies. En dát is nu genade van God, want die zegt: ‘jij kan het niet, maar Ik doe het in jou’. Jij blijft altijd met je tekorten zitten, en je kijkt naar jezelf. Dat levert nou een leven onder de wet op. Dat is niet veel he.
Maar het fantastische is, dat de apostel schrijft: ‘Opdat wij waarachtig vrij zijn, heeft Christus ons bevrijd. Houd dus stand en laat je niet opnieuw een juk van slavernij opleggen’ en: ‘Immers, de zonde zal over jullie geen heer zijn, want jullie zijn niet onder de wet, maar onder de genade’.
De Heer veranderde in Zijn genade de eigenwijze beterweter Saulus in de ruimhartige, liefdevolle Paulus, als lichtend voorbeeld voor alle gelovigen. ‘Ja zo wil ik ook zijn!’ Dat kan. ‘Hoe dan?’ Drink veel van Zijn overstromende genade!