Op 17 april 2012 werd geluisterd naar
Romeinen 15:13-16. De God van de verwachting kennen, wat
houdt dat in in het licht van de Romeinenbrief? Was Paulus
een priester? Wat was zijn bediening? Luister en kijk om u
verder te verdiepen in het evangelie van God!
Hier kunt u deel A en hier deel B van de avond downloaden.
Hier kunt u de presentatie binnenhalen.
LET OP: als u goede geluidskwaliteit wil hebben, moet u eerst
de studie downloaden en daarna beluisteren.
Woord vandaag
‘Zeg, is dat van die hemelse roeping van het lichaam van Christus niet wat
al te fantastisch?’
Oh nee, God belooft het en zou voor Hem iets te wonderlijk zijn? Zou het voor Hem
teveel zijn om leden van het lichaam van Christus zó te veranderen, dat zij aange-
past zullen zijn aan hun hemelse omgeving? Dat zij zullen kunnen communiceren
met de hemelingen om hen evangelie bekend te maken? Om hen Gods veelvuldige
wijsheid te tonen? Om hen te vertellen, wat God in Zijn genade aan ons gedaan heeft?
Zou dat voor God te wonderlijk zijn?
‘Nee, dat denk ik niet. Als God het belooft, doet Hij het ook.’
Dat zouden wij gewoon geloven, en daar is niets mis mee. Abraham geloofde ook
tegen alle (rationele) verwachting in dat God ging vervullen wat Hij beloofd had.
Het is bijna niet te geloven dat God zulke plannen met ons heeft. Als je goed naar
jezelf kijkt, stel je eigenlijk niets voor. Misschien spartel je wat door het leven heen,
en heb je soms wat te hoog gedacht van jezelf. Daar helpt God je wel van af.
Uiteindelijk kom je uit bij het feit, dat je in alles van God afhankelijk bent. Geen
eigen inspanning zal ertoe leiden, dat je uit de dood zal opstaan te zijner tijd.
Vader zal je opwekken.
‘Maar er zijn er toch ook, die niet zullen sterven, maar veranderd worden?’
Dat zijn zij, die bij de bazuin van God in leven zijn. Zij zullen veranderd worden in
een ondeelbaar ogenblik, in een flits. En dan zijn zij ook in staat Hem in de lucht
te ontmoeten. En dat is een heel wezenlijk moment in onze toekomstverwachting.
Het zal een radicale verandering van ons lichaam inhouden. De doden in Christus
zullen dan opgewekt worden. Al de leden van het lichaam van Christus zullen dan
ervaren wat dat betekent, dat je in en door overstromende genade van God daar-
voor gered bent. Oooh wat een bijzondere heerlijkheid zullen wij dan ontvangen.
Ongelooflijk.
‘Heerlijk, ik ga er steeds meer naar verlangen en daardoor krijgt alles om mij heen
minder waarde. Christus Jezus neemt in waarde toe.’
Dat is terecht, want in Hem zijn al de schatten van wijsheid en kennis verborgen.
Hij is de Heer uit de hemel, die straks weer zal afdalen en dan niet Zijn voeten op
aarde zal zetten, maar in de lucht zal Hij ons wegrukken en wij zullen Hem daar
ontmoeten. Machtig, zo’n belofte, zo’n toekomst. Laten wij deze verwachting koes-
teren en niet van ons af laten nemen door welke (spitsvondige) redenering van
wie dan ook. Het staat er en dat zouden wij geloven en in die verwachting leven!
Woord vandaag
‘Die Abraham en Sarah leefden dus in geloof op de beloften van God.’
Ja, dat was nadat Abraham besneden was. Dat markeerde een ontmoeting met
Jahweh, waarbij de naam Abram veranderd in Abraham en Saraï in Sarah. In
beide namen werd de letter Hee ingevoegd, de letter met een venster naar bo-
ven, naar de Onzienlijke. Daarom heeft deze letter ook de getalswaarde 5, dat
te maken heeft met de verborgen dingen en wijst naar God, die voor het oog
verborgen is en uit het verborgene handelt en zo genade geeft. 5 is daarom ook
het getal van genade. De tabernakel en de tempel zijn qua afmetingen gestem-
peld door het getal 5, en zij zijn woonplaats van Jahweh en geven ook de moge-
lijkheid om Hem te naderen, een weg tot Hem.
‘God maakte Zijn beloften in hun leven waar!’
Het beloofde zaad, Izaäk (hij die je doet lachen), kwam op de gestelde tijd en ver-
vulde daarmee de belofte die Jahweh aan Abraham en Sarah gegeven had. Exact
op de juiste tijd! Zo zal God ál Zijn beloften (aan Israël en aan de gemeente, het
lichaam van Christus) waarmaken op Zijn tijd en Zijn plaats. Hij wordt door
Paulus dan ook ‘de God van de verwachting’ genoemd in Romeinen 15:13. Als je
die God kent, heb je automatisch een geweldige verwachting. Je kunt het van
Hem verwachten, omdat Hij bij machte is te doen wat Hij belooft.
‘He, en dat geeft mij juist zoveel rust van binnen.’
Hij is ook de God van de vrede en Christus Jezus Ãs onze vrede, die de beide groepen
(gelovigen uit Israël en de volkeren) één maakt en zij vormen samen dat ene lichaam
van Christus dat Hij gaat inzetten  te midden van de hemelingen. De hemelse roeping
wordt (soms fel) bestreden door hen, die koste wat het kost willen vermijden, dat zij
als platonische denkers worden bestempeld. Onlangs werd dat nog gedebiteerd in
een boek van de theoloog Wright. Maar als we de Schrift erop naslaan, en daardoor
los zijn van eigen denken, dan zien wij in Efeziërs staan: ’te midden van de heme-
lingen’Â en omdat dat er staat, geloven wij dat en zien uit naar die toekomst.
‘Ik ben echt heel benieuwd wat dat allemaal gaat betekenen, voor de hemelingen,
voor God, voor Christus Jezus en voor ons.’
Dat mag je wel zeggen ja. We kijken ernaar uit, en God belooft het en Hij maakt ál
Zijn beloften waar. Wat een toekomst he, als de schepping gaat zien, wie de zonen
van God zijn. Dat zal grote zegen inhouden voor de gemeente zelf, voor de schepping,
voor Christus Jezus, en voor God zelf. Als we iets beseffen wat het heerlijkheids-
lichaam van Christus Jezus is, en wij zullen ook zo verheerlijkt worden, dan kun je er
niet bij. Wat een heerlijke toekomstverwachting! Het zal een enorme kracht zijn waar-
mee de Vader ons gaat veranderen. Die kracht werkt nu volop in de Zoon en zal dan in
de zonen van Hem werken. Meewerken aan dat grote plan van God, het al tot onder-
schikking aan de Zoon te brengen, dat is wat!
Woord vandaag
‘Geen religie, ook geen religieuze verplichtingen, de boodschap die Paulus
kon brengen, gaat dwars tegen menselijk denken in!’
Filosofie helpt je ook niet verder. Alle denken van mensen evenmin. Het gaat om
geloof en dat stemt precies met genade overeen. Paulus haalt als voorbeeld de
oude aartsvader Abraham aan, die tegen alle verwachtingen in geloofde in de be-
lofte van God, en dus in de God, die al Zijn beloften waar maakt! De mens zou mak-
kelijk in de situatie van Abraham en Sarai kunnen redeneren, dat zij geen kinde-
ren meer konden krijgen. Vandaag zouden wij rationeel-wetenschappelijk medisch
vaststellen dat het niet kan. Maar dan gaat God werken en gebeurt het toch!
‘Zou voor Jahweh iets te wonderlijk zijn? Staat toch in Genesis 18:14?’
Ja, dat zei Jahweh tegen Abraham toen Sarah moest lachen om wat zij hoorde. Maar
Jahweh stelde: ‘Op de gezette tijd zal Ik tot u terugkeren, en… zal Sarah een zoon heb-
ben’. En zo bevestigde God Zijn belofte die Hij al veel eerder gedaan had, namelijk dat
zij een zoon zouden hebben, nageslacht, opdat de oude belofte uit Genesis 12:1-3 ver-
vuld zou worden. Paulus stelt in Romeinen 4, dat Abraham niet twijfelde door onge-
loof, maar verwachtte dat er zaad zou komen. En in dit alles gaf Hij God de eer.
‘En hoe deed hij dat dan? God de eer geven?’
Doordat hij geloofde in de beloften van God. Hij werd gesterkt in het geloof. Hij was,
zo schrijft de apostel, in volle zekerheid dat God hetgeen Hij beloofd had, ook bij
machte was te doen. Hij vertrouwde volledig op God, dat Hij zou vervullen wat Hij
beloofd had. Dát is tot eer van God. Hij achtte God bij machte al Zijn beloften over
zijn nageslacht uit te voeren. En Abraham werd in zijn geloof niet te schande, God
beschaamde zijn geloof niet. Er kwam een zoon, en dat precies op de gestelde tijd.
‘En dat is dus ook voor ons zo, want Romeinen is juist de brief voor ons!’
Zeker. Ook wij geloven God op Zijn woord. Hij gaat exact vervullen, al wat Hij beloofd
heeft. Staat er dat wij gered zijn voor de toorn? Dan zal God dat ook doen en komen wij
niet onder Zijn verontwaardiging (correcter woord in plaats van ’toorn’). Zijn wij met
God verzoend door de dood van Zijn Zoon? Dan zullen wij ook gered worden in Zijn
leven! Staat er, dat door de ene onrechtvaardige daad van Adam alle mensen onder de
veroordeling zijn gekomen en dat door de ene rechtvaardige daad van Christus alle
mensen gerechtvaardigd worden tot in het leven? Dan zal God dat ook doen! Dat zal
volle werkelijkheid zijn! En dan heb je echt goed nieuws!
Woord vandaag
‘Het evangelie is echt genade he, je kunt er niets voor doen om gered
te worden. Ik vind dat echt goed!’
De mensheid werd gered door het werk van de laatste Adam, onze Heer Jezus
Christus. Hij stierf en werd door Vader opgewekt uit de dood, tussen de doden
uit. Hij heeft alleen onsterfelijkheid nu. Maar dan is tegelijk gegarandeerd, dat
de hele oogst, heel de mensheid er ook komt! Dat is een totaal andere boodschap
dan welke religie dan ook. We zijn heel erg begunstigd doordat wij dit mogen zien.
Geen andere godsdienst kan dit aanreiken, wij hebben dan ook geen godsdienst.
Hij spreekt Zijn woord in ons leven, wij geloven en leven daarna door geloof.
‘Ik vind het heerlijk bevrijdend te weten, dat wij geen enkele religieuze verplichting
kennen.’
Paulus schrijft dat in zijn Galatenbrief. Dat is geen populaire brief bij christenen, om-
dat die brief nu eenmaal korte metten maakt met alle religie en daardoor pretenties
van mensen. Het blijft een en al genade wat er klinkt, en wie daar iets tegenin brengt
zal vroeg of laat komen met een soort verplichting, iets opleggen, subtiel of minder
subtiel.  Eén van de meest geraffineerde leringen is via een omweg gelovigen toch
weer te brengen onder een versmalde Thora. Dan hoeft men niet te voldoen aan aller-
lei inzettingen die alleen in het land Israël gedaan kunnen worden, maar men moet
zich wel minstens houden aan de 10 woorden van Exodus 20.
‘Maar wie komen dan daarmee?’
Messiaanse gelovigen die tot Israël behoren. Er zijn er nogal wat, die vinden dat de
heidenen (gojim) zich ook aan de Thora moeten houden. Dus: sjabbat houden elke
week de andere feesten vieren zoals bijvoorbeeld het loofhuttenfeest. Sinds enkele
tientallen jaren is dat een sterke, wereldwijde beweging. De ene groep gaat minder
ver dan de andere, maar in essentie wil men dat gelovigen uit de gojim zich op een
of andere manier aan de Thora moeten houden.
‘En Paulus bestrijdt dat in de Galatenbrief?’
Nou en of! Men gaat de Galatenbrief zodanig verklaren (bijvoorbeeld), dat als
Paulus het woord ‘wet’ (Thora) gebruikt, hij niet de geschreven Thora van Mozes
bedoelt, maar de mondelinge Thora, de mondelinge overleveringen en het judaïs-
tische systeem. En dus -zo zegt men- Â heeft Paulus er niets op tegen dat mensen uit
de natiën die tot geloof zijn gekomen zich onder de Thora stellen. Een grove
misvatting met grote geestelijke gevolgen. Paulus zegt juist dat wij in de vrijheid
staan en ons geen nieuw slavenjuk moeten laten opleggen. Bovendien blijkt onder
andere uit Galaten 4:21-31 heel helder, dat hij met het woord Thora (wet) de ge-
schreven Thora bedoelt. Staat dan in de vrijheid waarmee Christus ons vrijge-
maakt heeft! Wij zijn onder de genade van God!