9 april 2020
‘Het is een aangename tijd.’
Dat zou je niet zeggen als je de wereld
van vandaag ziet. Somber zijn gaat weg
als je dit opnieuw beseft:
gezegend is de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen te midden van
de hemelsen, in Christus Efeziërs 1:3
De overweldigende rijkdom van Gods
genade, dat is ons deel. Dan is de pro-
blematiek van alledag ineens anders.
‘Meer ruimte in je hart.’
Paulus zegt in 2 Corinthiërs 6:11,12:
onze mond heeft zich voor jullie geo-
pend, Corinthiërs, ons hart staat wijd
open, jullie nemen geen kleine plaats
in ons in
De apostel stond door de genade van
God die in hem werkte, open voor ze.
Dat is wat die genade uitwerkt: open-
heid naar de ander. Je bidt voor mede-
mensen en degenen die je kent. Vader
heeft hen uitermate lief.
‘Ja, dat verandert je kijk op de ander.’
Verzoening en genade zou ons kenmer-
ken. Bij de Corinthiërs zelf was dat nog
niet goed doorgedrongen:
maar jullie zijn nauw in jullie ingewan-
den 2 Corinthiërs 6:12b
Ze hadden groepjes, waardoor nog ster-
ker de realiteit van de genade van God
op de achtergrond kwam. Ze dachten
en werkten niet in overeenstemming
met Gods liefde en genade. Paulus wel,
dat is ons voorbeeld.