‘Het is wel vast voedsel dat wij tot ons nemen door deze brief.’
Het is niet eenvoudig. Maar door er lang bij stil te staan, gaat er meer dui-
delijk worden. De sleutel ligt, als we het over deze samenvatting van het
Efeze-geheimenis hebben, bij in de geest. Dan zijn het niet langer de aard-
se, vleselijke zegeningen, maar hemelse. In 1:3 klonk al: geestelijke zegen.
Aan het einde van Efeziërs 2 komt het in de geest twee keer terug. Dan als
tegenstelling tot twee keer het in het vlees in Efeziërs 2:11-13. En nu in
Efeziërs 3:6 draait het mede om in de geest. De natiën zijn in de geest drie
keer gezamenlijk- met de gelovigen uit Israël.
‘Dat is iets om goed vast te houden: in de geest en geestelijke zegen.’
Dat maakt het tot een unieke boodschap. Geen uiterlijk vertoon, alles is
in de geest en geestelijk. Dat maakt het voor gelovigen nogal eens lastig,
omdat de mens van zichzelf uit gericht is op het zichtbare en tastbare.
Als er dan sprake is van onzichtbare, hemelse, geestelijke zegeningen,
wordt het moeilijk. Men is bij wijze van spreken liever in Jeruzalem op
aarde, want daar kun je zien en voelen en meemaken en ervaren, alles
op het zichtbare gericht, het zielse eigenlijk. Terwijl de Joodse staat die
er nu is, een ongelovig geheel is!
‘Ja, de verschillen zijn heel duidelijk. Toch bestaat er onder veel gelovigen
inderdaad een hang om naar het beloofde land te trekken.’
Als we werkelijk ons geestelijk thuis zoeken, zouden we in het gebied
rondtrekken waar Efeze ligt, en Kolosse en Laodicea. Daar werden de
brieven van Paulus gelezen met een hemelse roeping voor de gelovigen.
En dan nog niet echt thuis, want alleen boven is ons werkelijk thuis.
Daar zou het centrum van ons verlangen liggen: Christus, de kracht van
God en de wijsheid van God. Hij zou ons denken beheersen en ons doen
en laten leiden! In de geest zijn wij gezamenlijk-lotgenieters van een lot-
deel dat God ons heeft toegeloot in Christus Jezus, te midden van de
hemelingen!