8 mei 2020
‘Zonde voor zonde in de studie.’
Ja dat was in Kolossenzen aan de orde;
het voor velen onbekende principe. Ie-
dereen weet dat: oog om oog, tand om
tand et cetera. Maar zonde voor zonde?
Dat is wat in de Thora onderwezen was.
Een jong rund, dat helemaal zonder ge-
brek was, moest worden gebracht. Dat
diende tot zondoffer. Maar in de grond-
tekst staat dan precies hetzelfde woord
voor zonde (Hebreeuws: chata).
‘Ja, opmerkelijk.’
De zondaar (van Israël of een vreem-
deling binnen hun poorten) zondigde.
God bepaalt dat een gaaf dier geslacht
moest worden. Ook een zonde: een on-
schuldig, gezond dier geslacht – tot be-
scherming van zondaar die de wet had
overtreden. Toch was dat wat Jahweh
in Zijn onderwijs opnam. Achteraf heen-
wijzing naar Hem, Die hét grote Zondof-
fer is: Jezus, Die Zichzelf volledig gaf in
de wil van God.
‘Liefde is de bron.’
Daar komt het uit voort. God doet de
zonde (van heel de wereld) weg door
middel van een andere zonde, dat te-
gelijk offer is. Wonderlijk, zo’n princi-
pe. God bepaalt, en daar gaat het om.
Hij was het Lam van God dat de zonde
van de wereld wegdraagt. Dat wil zeg-
gen, dat sinds Golgotha het probleem
van zonde opgelost is. God rekende de
zonde aan Hem toe. En zo zijn wij: los-
gekocht, vrij.